Allochtone slachtoffers van verkrachting vragen minder om hulp

In achtergronden op 08-06-2010 | 23:29

Het aantal meldingen van Turkse en Marokkaanse vrouwelijke slachtoffers van verkrachting is lager dan onder autochtone vrouwelijke slachtoffers. Het traumacentrum van het Universitair Medisch Centrum (UMC) zegt dat er vrijwel geen meldingen worden gemaakt door deze categorie meisjes.

Ook na een voorlichtingsproject, dat speciaal is gericht op vrouwen van deze afkomst, is het aantal meldingen niet gestegen. De gevoelens van schuld, schaamte en angst voor roddels en voor het verliezen van maagdelijkheid wegen zwaarder dan de behoefte aan hulp. Uit verschillend onderzoek blijkt dat seksueel geweld bij deze groep vrouwen even vaak voorkomt als bij autochtone vrouwen.

Bij het Landelijk Psychotraumacentrum voor Kinderen en Jongeren in Utrecht melden zich ook geen meisjes van Turkse of Marokkaanse afkomst. Bij het Psychotraumacentrum kunnen de meisjes terecht voor therapie. Zonder therapie lopen de meisjes het gevaar op Post Traumatische Stress Stoornis (PTSS). Dit zegt psycholoog en onderzoeker Iva Bicanic, verbonden aan de Universiteit Utrecht (UU). Ook hebben allochtone jongeren minder het vertrouwen in de hulpverlening. Wel wordt er hulp gezocht via internet, maar om van PTSS af te komen is therapie vaak noodzakelijk.

Bron: Kiem / Zorg + Welzijn


Meer over allochtonen, onderzoek, UMC, verkrachting.

Delen: