Driekwart van Turkse en Marokkaanse Nederlanders heeft discriminatie ervaren

In achtergronden op 11-12-2014 | 14:45

Van de Turkse en Marokkaanse Nederlanders heeft driekwart in het afgelopen jaar ten minste een maal discriminatie ervaren (cijfers 2013). Dit geldt voor twee derde van de Surinaamse en Antilliaanse Nederlanders. Onderzoek voor de periode 2002-2011 laat zien dat migranten somberder zijn geworden over het maatschappelijk klimaat ten aanzien van migrantengroepen. Binnen migrantengroepen zijn het vooral de hoger opgeleiden en jongeren die somber zijn over het maatschappelijk klimaat in Nederland. Dit staat wel bekend als de integratieparadox.

Dat staat in hoofdstuk 9 Segmentatie langs etnische grenzen, dat vandaag als onderdeel van het Sociaal en Cultureel Rapport 2014 verschijnt en zich in het bijzonder richt op de positie van de vier grootste niet-westerse migrantengroepen (personen van Turkse, Marokkaanse, Surinaamse en Antilliaanse origine).

Ongeveer de helft van de bevolking is van mening dat in de komende jaren de spanningen tussen migrantengroepen en autochtonen toenemen, dat autochtonen en migranten steeds negatiever over elkaar zullen gaan denken en dat als gevolg van religieuze verschillen het samenleven tussen migranten en autochtonen moeilijker zal worden. De tweede generatie en migrantenjongeren bepalen steeds meer het beeld en de discussie.

Zorgen binnen de Nederlandse bevolking over de interetnische verhoudingen lijken vooral voort te komen uit verschillen in waardenoriëntaties. Ook de oververtegenwoordiging van jonge mannen van Marokkaanse komaf in de verdachtencijfers werkt een ongunstige beeldvorming in de hand. Bijna de helft van de bevolking in Nederland vindt dat de leefwijze van moslims en de West-Europese leefwijze onverenigbaar zijn. De beeldvorming over de Marokkaanse groep is het meest ongunstig. Op een schaal van 0-100 krijgt deze groep een score van 44, waarschijnlijk het gevolg van de associatie met religieuze orthodoxie, radicalisering en criminaliteit (gemiddelde score andere groepen Turken: 58, Surinamers: 62, Antillianen: 51).

Hoger opgeleid en vaak werkloos
In de afgelopen decennia is het opleidingsniveau onder migrantengroepen gestaag toegenomen. Dat hangt samen met de toename van de tweede generatie. Bij de Turkse en Marokkaanse groep is inmiddels ongeveer de helft in Nederland geboren en getogen. Er ontstaat onder migrantengroepen een middenklasse. Daar staat een hoge (jeugd)werkloosheid tegenover, onder migrantenjongeren is ongeveer een derde werkloos. Dat komt niet alleen door lagere opleidingen en problemen met de Nederlandse taal, maar ook doordat zij minder sociaal kapitaal hebben en andere culturele codes hanteren (bijvoorbeeld bij sollicitaties). Ook speelt arbeidsmarktdiscriminatie een rol.

Grenzen tussen groepen worden overgestoken door onder meer een betere beheersing van de Nederlandse taal. Grenzen vervagen: men heeft kennissen en vrienden in de eigen herkomstgroep en onder autochtone Nederlanders. Maar grenzen blijven ook bestaan door uiteenlopende waarden en het vasthouden aan de identiteit van de eigen groep. Het geloof vormt bij Marokkaanse en Turkse moslims een belangrijk kader voor hun waardenoriëntaties. Praktiserende moslims denken conservatiever over vrouwemancipatie en homoseksualiteit. Bijna 90% van de Turkse en Marokkaanse Nederlanders identificeert zich (heel) sterk met de herkomstgroep.

Opkomst tweede generatie en jongeren
De tweede generatie en de hoger opgeleiden bepalen steeds meer het beeld van de migrantengroepen, qua sociaal-economische positie en vanwege hun bijdrage in de publieke discussie. Een duidelijk voorbeeld is de Zwarte Piet-discussie waarin de tegenstanders aangeven dat ze Zwarte Piet als kwetsend en discriminerend ervaren. Ook Chinees-Nederlandse jongeren hebben in het afgelopen jaar hun stem laten horen. Het ontbrak hun ouders vaak aan mogelijkheden dit te doen. Jongeren kunnen dit wel. Ze spreken goed Nederlands, weten hoe de (sociale) media werken en willen tot uitdrukking brengen dat zij zich storen aan bepaalde praktijken. Dit wijst op een nieuwe fase in de integratie van migrantengroepen.

Bron: Deze tekst is overgenomen van een persbericht van het SCP

Lees hier in deze pdf het betreffende hoofdstuk

 

 
Volg Republiek Allochtonië op twitter of like ons op facebook.  

 


Waardeert u ons vrijwilligerswerk? U kunt het laten blijken door een bijdrage over te maken op rekeningnummer NL12INGB0006026026 ten name van de stichting Allochtonenweblog te Amsterdam. Met een donatie van 5 euro zijn we al blij. Meer mag ook!  


 


Meer over discriminatie, interetnische verhoudingen, onderwijs, onderzoek, scp, werkloosheid.

Delen: