Ineke van der Valk over islamofobie

In achtergronden door Ineke van der Valk op 19-10-2013 | 20:25

Het Euro-Mediterraan Centrum voor Migratie en Ontwikkeling (Emcemo) en het Collectief Tegen Islamofobie en Discriminatie organiseerden op 18 oktober een Europese Islamofobie Conferentie in Amsterdam.

Hieronder de tekst van één van de sprekers, Ineke van der Valk, die specifiek was gevraagd een bijdrage te leveren aan het onderdeel 'islamofobie, wetenschappelijk benaderd'. Zij doet onderzoek naar islamofobie. Aan het eind van haar speech deed zij een oproep om ervaringen met discriminatie van moslims en antimoslim hatespeech aan haar door te geven.

Dank aan de organisatoren voor de gelegenheid om hier te spreken over een actueel en belangrijk. Het is precies 20 j geleden dat ik, naar aanleiding van de reacties op de Golfoorlog, een artikel schreef met de titel ‘islam als stigma’. Ik ben dus al enige tijd bezig met dit onderwerp.

Deze focus heeft zich ontwikkeld vanuit mijn achtergrond allereerst als mensenrechtenactivist en opbouwwerker, later onderzoeker op het gebied van diversiteit, racisme en extremisme en geïnspireerd door zorg om mensenrechten, democratie en rechtsstaat. Steeds in verbondenheid met de maatschappelijke ontwikkelingen en in nauw contact met spelers in het veld, met name met civil society organisaties. Ik noem mijn werkwijze daarom wel embedded research: in nauw contact met het veld, met het oog op wederzijds voordeel van de onderzoeksactiviteiten.

Waarnaar kijkt een sociaalwetenschappelijke benadering van islamofobie zoal en hoe? Een belangrijk startpunt is natuurlijk het begrip als zodanig; wat verstaan we eronder? Wat zijn de criteria om een bepaald verschijnsel als zodanig aan te duiden? Wat is de relatie tussen dit verschijnsel en vergelijkbare verschijnselen? Wat zijn oorzaken, eigentijds en historisch, wat zijn uitingsvormen en in hoeverre komen zij overeen of verschillen zij naar tijd en plaats? En tenslotte wat kan eraan gedaan worden en door wie en hoe? Welke onderzoeksinstrumenten zijn aangewezen om al deze gegevens te verzamelen? En niet onbelangrijk : waarover gaan de discussies, wat zijn de hete hangijzers? Dat zijn dan al heel veel vragen waar veel kennis en inzicht bij nodig is.

Complex maatschappelijk verschijnsel
Omdat Islamofobie een complex maatschappelijk verschijnsel is, is er ook een veelheid aan inzichten en hulpmiddelen nodig om meer kennis en begrip te krijgen. Het moet dan ook multi en interdisciplinair worden bestudeerd.
Dat betekent dat we inzichten nodig hebben uit:

  • de sociale psychologie - bijvoorbeeld over vooroordelen en stereotypen;
  • de sociologie van etnische relaties, b.v over verhouding minderheid-meerderheid/ discriminatie, racisme;
  • de politieke wetenschappen - b.v over politiek extremisme/ populisme/ ideologie;
  • mediastudies en tekst en taalwetenschap – b.v over de patronen in de berichtgeving en het discours over moslims/minderheidsgroepen;
  • de geschiedwetenschap,
  • en eigenlijk hebben ook religiewetenschap en islamologie belangrijke bijdragen te leveren - historische beeldvorming over islam/ contacten tussen islam en christendom/ oost en west/ oriëntalisme
  • en last but not least kunnen we het natuurlijk niet stellen zonder de juridische wetenschap – i.v.m beoordeling mogelijke strafbaarheid; 

Voortbouwend op relevante inzichten uit deze wetenschapsgebieden gecombineerd met dataverzameling kunnen we meer kennis ontwikkelen over dit verschijnsel met als uiteindelijk doel het beter tegen te kunnen gaan. 

Natuurlijk kan ik hier niet op alle aspecten ingaan en mede gezien de andere bijdragen – politiek en juridisch – heb ik gekozen om hierna achtereenvolgens kort in te gaan op wat islamofobie is, op de algemene achtergronden – hoe komt het dat dit verschijnsel zo prominent naar voren is gekomen de afgelopen decennia? Ik ga in op enkele discussiepunten die we vanmiddag in de workshop weer oppakken zoals de argumenten die worden gebruikt door tegenstanders van dit begrip en ik geef wat cijfers en data.

Wat is islamofobie?
Ik analyseer islamofobie als een effectief mechanisme van sociale uitsluiting, als een vorm van racisme waarbij met behulp van teksten, beelden, feiten en interpretaties een doelgericht systematisch negatief beeld wordt geschetst van moslims en/of islam. Als zodanig heeft het in eerste instantie een ideologisch karakter maar ook emoties en attitudes spelen een belangrijke rol. Deze ideologie maakt de weg vrij voor uitsluiting en ongelijke behandeling, voor discriminatie. Islamofobie is als vorm van racisme op een aantal punten vergelijkbaar met andere vormen van racisme waardoor andere groepen worden getroffen, zoals antisemitisme of het antiziganisme dat zich richt tegen zigeuners. 


Over de parallellen met antisemitisme de volgende voorbeelden. Denk bijvoorbeeld aan de beelden waarbij moslims worden beschouwd als een vijfde kolonne die in dienst staan van een buitenlandse agressor (in dit geval ‘de islam’) of aan de bewering dat zij gezien hun andere levenswijze onmogelijk zouden kunnen integreren. In de jaren dertig werd dit ook vaak over joden gezegd. Het verder uitzoeken van overeenkomsten en verschillen tussen verschillende vormen van racisme is een belangrijke opgave voor de wetenschap.

Een algemene achtergrond van diverse vormen van discriminatie en uitsluitingsmechanismen - en dus ook van islamofobie - is de met de evolutie meegegeven neiging van de mens om te categoriseren, te veralgemeniseren en te stereotyperen. Een vooroordeel is zo gevormd.

Context van angst en onzekerheid over etnische en religieuze diversiteit. 
Maar daarnaast: de toegenomen invloed van een islamofobe ideologie is een van de centrale bestanddelen van de politieke verschuivingen die al enige tijd gaande zijn in Nederland maar ook in Europa. Er is sprake van een context van angst en onzekerheid over etnische en religieuze diversiteit. Immigratie heeft voor grote demografische veranderingen gezorgd, etnische, nationale en culturele identiteiten kwamen ter discussie te staan en leken aan erosie onderhevig, niet alleen door migratie maar ook door de toenemende globalisering die snelle veranderingen met zich mee heeft gebracht.

Hier dient ook gewezen te worden op in Nederland sterk aanwezige conformisme, op de secularisatie een daarmee gepaard gaande ervaring van een kloof in waarden, of een cultuurconflict tussen gelovigen en seculieren. Er is een meer algemene culturele verschuiving gaande naar een belevingscultuur, zo signaleerde bijvoorbeeld Bas Heyne. Waarden die zijn gerelateerd aan objectiviteit, het gelijkheidsbeginsel en rechtsstatelijkheid worden naar de achtergrond gedrongen ten gunste van subjectiviteit, het romantische, het dramatische maar ook het onheilspellende. En de islam wordt door steeds meer mensen als onheilspellend ervaren.

Door de verspreiding en populariteit van het populistisch gedachtegoed en bewegingen heerst er onzekerheid in de reguliere politiek over de manier waarop de crisis te lijf moet worden gegaan, wat het beste beleid is om armoede en achterstelling te bestrijden en sociale rechtvaardigheid te realiseren.
Samen met de effecten van een aantal nationale en internationale gebeurtenissen waarbij moslims betrokken waren (Rushdie affaire, 11/09/, de moord op v Gogh, de toename van het islamistisch terrorisme ) creëert dit in toenemende mate een maatschappelijk klimaat waarin discriminatie kan gedijen. Ook de confrontatie met criminaliteit onder bepaalde groepen jongeren en de beeldvorming hierover in pers en publieke opinie dragen belangrijk bij . Als die discriminatie dan ook nog eens politiek georganiseerd wordt en een anti islam en moslimdiscours systematisch propagandistisch naar voren wordt gebracht in het politieke debat waar het gretig wordt opgepakt door de media, dan vestigt zich gauw een ‘nieuwe ‘mindset’ tussen de oren van het brede publiek. U zult begrijpen dat ik hier doel op de politiek van de PVV.

Moslims als maatschappelijke vijand
Zo zijn moslims in de afgelopen jaren steeds meer apart gezet, negatief geduid en verbeeld als maatschappelijke vijand. In mijn onderzoek illustreer ik dit door bespreking van internetuitingen, aan de hand van uitlatingen en activiteiten van de PVV over de islam en moslims en door aandacht te besteden aan een gestaag groeiende anti-islam opstelling binnen de meer traditionele extreemrechtse beweging. Ook in agressie en geweld komt islamofobie tot uitdrukking. De laatste ontwikkelingen laat een zekere afname van geweldsuitingen zien terwijl verbale uitingen op sociale media, op het internet juist een steeds belangrijkere rol spelen.

Stand van zaken moslimsdiscriminatie
Een precies beeld geven over de stand van zaken met betrekking tot moslimdiscriminatie in Nederland is een lastige opgave. Instanties en wetenschappers zijn afhankelijk van meldingen, of moeten zelf aanvullend onderzoek doen en er zijn maar weinigen die dat doen. Het bewustzijn over nut en noodzaak van melden en de meldingsbereidheid varieert tussen en binnen gemeenschappen. Wat we weten is dus vaak het topje van de ijsberg. Daarnaast is de registratie niet altijd eenduidig.
Toch geven de data van meldinstanties gezamenlijk een goede indicatie over de stand van zaken wat betreft het voorkomen, de reikwijdte en aard van (geweld)incidenten en discriminatie, zeker als zij in vergelijking en over langere periodes worden bekeken.

In 2012 werden 196 gevallen van antimoslim uitingen gemeld bij het MDI waarvan er 93 strafbaar waren. In 2011 waren dat er nog 319 waarvan er 122 strafbaar waren.

Enkele cijfers over een langere periode en in vergelijking, nml. met antisemitisme.
In de periode 2007 - 2011 varieerde het aantal klachten bij de Antidiscriminatiebureaus (ADB’s) :
van 243 tot 401 voor godsdienst, vooral islam
antisemitisme tussen de 72 en 134.

In de periode 2008-2010 varieerde het aantal aangiften bij de politie :
Moslimdiscriminatie: van 108-184
Antisemitisme: 141-286
Er is een zekere overlap is tussen de politiegegevens en ADB-gegevens!

Uit bovengenoemde cijfers kunnen we opmaken dat antisemitisme eerder wordt gemeld bij de politie en antimoslimdiscriminatie eerder bij de ADB’s.

Internet
Tenslotte het Meldpunt Discriminatie Internet over meerdere jaren:
MDI , Meldpunt internetdiscriminatie 2006-2011:
Moslims 182- 473
Antisemitisme: 252- 463

Verbale uitingen op het internet spelen een steeds belangrijkere rol. Voor veel mensen heeft Internet een belangrijke functie als het gaat om het ontwikkelen van een visie. Een islamofobe content is er prominent aanwezig, op allerlei soorten websites. Het aantal klachten hierover is al jarenlang hoog. Vaak worden strafbare uitingen aangetroffen. Een aantal sites kent een groeiend ledental en een grote toename van posts. Er is hatespeech en er zijn beledigende uitlatingen.

De aanleiding voor antimoslim uitingen hoeft niet noodzakelijkerwijs een negatieve gebeurtenis te zijn waarin een moslim een rol speelt. Toen CMO tijdens de afgelopen Ramadan in een persbericht liet weten dat moslims hun buren uitnodigen voor de iftar maaltijd regende het negatieve reacties: ik citeer:

‘Ja, en met kerst zekers hun uitnodigen en verbaasd zijn dat er hier en daar wat weg is uit je huis’

Recent waren er nog andere pershypes die tot veel antimoslimreacties aanleiding gaven: de zogenaamde shariadriehoek in Den Haag, het Rotterdamse plan voor een verzorgingstehuis voor Turkse moslims en het debat over de toekomst van de islam vorige week in de Balie.

Vooral op sites van PVV sympathisanten, GeenStijl en de Telegraaf komen dergelijke antimoslim uitingen veelvuldig voor.

Het format op GeenStijl is daarbij: men plaatst zelf een opzwepend stukje rond het onderwerp waarna vaak 100 tot 300 reacties worden geplaatst, in het algemeen onder pseudoniemen die soms even weerzinwekkend zijn als de inhoud van de reacties die variëren van belachelijk maken, tot beledigen en al of niet impliciete bedreigingen. Ook de grote make van seksisme valt op.

Een site die sinds dit voorjaar zeer actief is en zich uitsluitend richt op islam en moslims en de islamisering van Nederland een halt wil toeroepen is Burgerjournalisten.nl [nu burgerjournalisten.wordpress.com]. Achter deze site schuilt een extreemrechtse activist die eerder verbonden was aan de Dutch Defense League, een zusterorganisatie van de English Defense League die in de UK zeer actief is met geweldsacties tegen moskeeën. De site biedt onder meer een overzicht van alle moskeeën in Nederland, een overzicht van namen van ‘haatimams’, een overzicht van namen van ‘linksextremisten’, een overzicht van ‘nederzettingen met geluidsoverlast’, een overzicht van zgn burgerprotesten etc. In de zijlijn: foto’s van honden, varkens, een blote vrouw, kussende homo’s en vriendelijk zwaaiende orthodoxe joden, kennelijk verzameld en bijeengezet om te provoceren. En vooral veel oproepen om een einde te maken aan de moslimkolonisatie van Nederland.

Kwalitatief onderzoek
Om dit soort zaken onder de aandacht te brengen is het nodig om behalve kwantitatieve overzichten van meldingen meer kwalitatieve onderzoeksmethoden in te zetten .Ik denk aan inhouds- en discoursanalyse van internetmateriaal, andere media-uitingen en het politieke discours.

Surveys kunnen verder belangrijke info geven over de attitudes, denkbeelden en gevoelens van mensen, hoewel de vragen die in surveys worden gesteld vaak tenenkrommend zijn, vaak worden de vooroordelen en generalisaties ahw bij de mensen in de mond gelegd en is het hele onderzoek geïnspireerd door wij-zij-denken (bv de vraag aan jongeren die in een diverse omgeving zijn opgegroeid: ‘erger je je wel eens aan mensen uit andere culturen’.

Discussiepunten
Welke argumenten worden nu gebruikt door tegenstanders van het islamofobie-begrip? We komen verschillende motieven tegen voor de terughoudendheid om uitingen van vijandigheid tgv moslims/islam te identificeren als islamofobie en dit ter erkennen als een vorm van racisme:

1. Moslim zijn wordt gezien als een keus en niet als een onveranderlijke identiteit zoals het geval is bij kenmerken die aanleiding geven tot racisme of seksisme
2. Er is een aarzeling om moslims als slachtoffers te beschouwen omdat zij in andere contexten zelf daadwerkelijk dan wel potentieel onderdrukkers zijn. Er wordt bijvoorbeeld op gewezen dat christenen in moslimlanden sterker te lijden hebben van godsdienstdiscriminatie dan moslims in het westen. Ook de associatie met terrorisme speelt hierbij een rol.
3. Waar moslims soms de ervaring hebben van belediging en discriminatie vinden anderen dat er een gezond kritisch debat over godsdienst wordt gevoerd. Islamofobie wordt in deze visie wel een ‘mythe’ genoemd die erop gericht is de kritiek op de religie te verdringen.

Godsdienstkritiek en vrijheid van meningsuiting
Het is belangrijk de ruimte voor het legitiem kunnen leveren van godsdienstkritiek niet af te grendelen en daar ligt wel een uitdaging die raakt aan de vrijheid van meningsuiting. 

In dit verband wil ik wijzen op wat het CERD (het VN comité voor de eliminatie van raciale discriminatie ) hierover zegt. Het comite nam in augustus jl een algemene aanbeveling aan tegen racistische hate speech. Het comité erkende hiermee de belangrijke maatschappelijke rol die hate speech vervult in de huidige tijd met zijn nieuwe communicatiemiddelen. Het comité wijst ook op de rol die hate speech vervult in de processen die leiden tot ernstige mensenrechten schendingen en genocide. De CERD draagt hier een belangrijke overweging aan in dit spanningsveld van antidiscriminatie en vrijheid van meningsuiting.

De CERD betoogt: De maatregelen die erop gericht zijn het aanzetten tot en discriminatie uit de weg te helpen moeten worden genomen met inachtneming van de beginselen van de universele verklaring van de RvdM en de Conventie. Het gaat dus om het geheel aan mensenrechten en niet alleen om de vrijheid van mening en meningsuiting, maar dat is wel een heel belangrijk principe om aan te refereren als de legitimiteit van restricties op speech wordt bekeken. Die restricties moeten heel precies worden geformuleerd en kunnen niet dienen als voorwendsel om sociale onvrede of oppositie de mond te snoeren. Het comité is dan ook van mening dat de uiting van ideeën en opinies gemaakt in de context van academische of politieke debatten en waar geen sprake is van aanzetten tot haat, minachting, geweld of discriminatie, gezien moeten worden als legitieme uiting van de vrijheid van expressie, zelfs als zulke ideeën controversieel zijn. Het recht op de vrijheid van expressie is niet grenzeloos maar kan aan restricties worden onderworpen maar dan moet dat wel wettelijk zijn geregeld en noodzakelijk zijn voor o.m de bescherming van de rechten of reputatie van anderen.

Vrijheid van meningsuiting kan en mag het teniet doen van de rechten en vrijheden van anderen niet tot doel hebben, inclusief het recht op gelijkheid en non-discriminatie. Het gaat niet eenvoudigweg om het tegenover elkaar stellen van het recht op vrije meningsuiting en de beteugeling daarvan ten gunste van beschermde groepen. Ook die groepen en personen genieten het recht op vrijheid van meningsuiting en vrijheid van raciale discriminatie in het uitoefenen van dat recht. Racistische hate speech legt slachtoffers potentieel het zwijgen op en tast aldus hun recht op vrije meningsuiting aan.

Aansluitend sprak het ECRI (dat racisme monitort voor de Raad van Europa) in een rapport over Nederland zorg uit over de interpretatie van bepalingen waarin racistische belediging en aansporing tot haat, discriminatie en geweld worden verboden, met name als het gaat om politiek taalgebruik. ECRI doet ook een aanbeveling om nationaliteit en taal als aparte gronden op te nemen. Momenteel is het zo dat nationaliteit een subcategorie is van de grond ‘ras’. Zij bevelen dit overigens niet aan wat betreft islamofobie. Discriminatie op grond van islam/moslimzijn wordt in de huidige praktijk wel geregistreerd - het wordt wel eens vergeten - maar als subcategorie onder godsdienst. 

Oproep
Tenslotte een kleine oproep. Ik richt mij in mijn huidige onderzoek op het naar voren halen van nog niet gemelde ervaringen met discriminatie van moslims en antimoslim hatespeech, ook als dit gericht is tegen niet moslims, bv vanwege hun vermeende collaboratie met het islamiseringsstreven. Wie dergelijke ervaringen heeft, kan zich voor een vragenlijst tot mij wenden. Kent u moskeeën of organisaties of individuen met dergelijke ervaringen, geef het alstublieft door. 

Dank voor jullie aandacht.

Ineke van der Valk, onderzoeker en schrijver van Islamofobie en Discriminatie, Universiteit van Amsterdam/MDRA Amsterdam.

Binnenkort op dit blog nog een stuk van Ineke van der Valk over islamofobie. Een bespreking van haar boek vindt u hier.
Ook hopen we over enkele dagen een verslag van de Europese Islamofobie Conferentie van islamoloog Jan Jaap de Ruyter te kunnen plaatsen.
Bron foto: Anja Meulenbelt

Meer over islamofobie op dit blog hier, meer over discriminatie hier

Volg Republiek Allochtonië op twitter of like ons op facebook.  

Waardeert u ons werk? U kunt het laten blijken door ons te steunen.



Meer over conferentie, discriminatie, ineke van der valk, islamofobie, onderzoek.

Delen: