‘Islamofobie bedreigt mijn Nederlandse identiteit’ – Een verslag van ‘Doe Normaal’

In achtergronden door Martijn de Koning op 24-04-2017 | 08:46

Op maandag 10 april jl. vond aan de Universiteit van Amsterdam een bijeenkomst plaats over de normalisering van islamofobie. De bijeenkomst was georganiseerd door het Collectief tegen Islamofobie en Discriminatie (CTID) en het door NWO gefinancierde onderzoeksprogramma Forces that bind and/or divide van de afdeling Antropologie van de Universiteit van Amsterdam. Eén van de thema’s waar we in het onderzoeksprogramma specifiek naar kijken is het thema islamofobie dat we opvatten als een vorm van racisme, anti-moslim racisme. En wij kijken dan meer in het bijzonder naar hoe organisaties van moslims en specifieke netwerken met die kwestie omgaan.

Deze bijeenkomst was het resultaat van een gesprek tussen Abdou Menehbi van het CTID en Martijn de Koning over hoe te reageren op die normalisering van islamofobie. Denk aan Ruttes uitspraken over Doe Normaal, het debat in De Balie waarin besproken werd hoe het aantal moslims te verminderen, de Muslimbanvan Trump, enzovoorts. Maar denk ook aan stellingen als ‘De islam is een bedreiging voor de Nederlandse identiteit’ of ‘Nederland moet de grenzen sluiten voor islamitische migranten’. Die zijn geen onderdeel van een of ander radicaal-rechts vertoog, maar simpelweg stellingen in het RTL-verkiezingsdebat en op de Stemwijzer. Waarbij overigens in dat verkiezingsdebat alle deelnemers die stelling afwezen, maar waarbij enkelen die afwijzing ook weer nuanceerden. 

Onder leiding van Fenna Ulichki zullen achtereenvolgens Abdou Menehbi, Ineke van der Valk en Ibtissam Abaâziz hun licht laten schijnen op het thema normalisering van islamofobie. In totaal waren er ongeveer 45 aanwezigen.

Normalisering

De aanzet wordt gegeven door Martijn de Koning die de bijeenkomst opent met wat kanttekeningen bij het thema. Als het gaat om die normalisering lijkt het in het spraakgebruik meestal te gaan om enkele opvallende kenmerken van het politieke debat over islam en moslims:

  1. Het gegeven dat wat voorheen wellicht als radicale uitspraken werden beschouwd, zoals het idee dat het aantal moslims moet verminderen, niet meer extreem zou zijn (als in iets dat besproken wordt in de extreme maar marginale kringen), maar een regulier onderdeel is geworden van dat debat.
  2. Het idee dat vrijwel alle politieke partijen islam, in zijn geheel en in abstracte vorm, problematiseren en van daaruit ook maatregelen voorstellen die moslims raken.
  3. En wellicht ook, dat geweld tegen moslims en instellingen van moslims als minder maatschappij-ontwrichtend wordt beschouwd dan geweld door moslims. Een suggestie die wordt gedaan in een recent onderzoeksrapport van Bert Klandermans en anderen over de interactie tussen zogeheten anti-islam groepen en radicale moslims. Maar ook het feit dat de aanslag op de moskee in Enschede waarbij de daders zijn veroordeeld voor brandstichting met een terroristisch oogmerk, niet wordt genoemd in het recente jaarverslag van de AIVD zou daar wellicht op kunnen wijzen.
  4. De pleidooien om meer empathie te hebben, meer aandacht voor de stem van de boze burger, die meestal wit is, alsof die de laatste 20-30 jaar nooit aan het woord gekomen is. Deze pleidooien leiden er toe dat we een vorm van identity politics valideren die gebaseerd is op de vooronderstellingen dat de identity politics van de Ander, de moslim, gevaarlijk is en dat we beide als gelijkwaardig presenteren terwijl er juist sprake is van structurele ongelijkheid.

Toch kunnen we ook wel wat vraagtekens stellen bij de normalisering. Bijvoorbeeld, normalisering voor wie eigenlijk? Voor veel moslims, voor veel mensen van kleur, zijn discriminatie op de arbeidsmarkt, etnisch profileren, dehumanisering van moslims, enzovoorts al jaren gebruikelijke fenomenen waar zij zelf of hun familie en vrienden mee te maken hebben. Sterker nog, het is juist het feit dat seksisme, homofobie, anti-zwart racisme, anti-moslim racisme voor sommigen onder ons al jaren ‘normaal’ is, dat bijdraagt aan het systematische karakter van die fenomenen. Met andere woorden, wat is islamofobie eigenlijk als er geen sprake zou zijn van normalisering?

Een ander punt is, dat extreme uitspraken zoals in het debat in De Balie natuurlijk wel op tegengeluid kunnen rekenen. Tal van mensen hebben zich tegen de gang van zaken aldaar uitgesproken en ook het vertoog over normalisering van islamofobie is, onder andere, bedoeld om juist dat soort zaken in de mainstream aan te pakken. Niet in het minst zien we de afgelopen jaren vanuit moslims initiatieven om islamofobie aan te pakken, zie de EMCEMO, Meld Islamofobie en SPIOR.

doenormaal

Islamofobie

De term islamofobie is niet zonder discussie (zoals geen enkele term) maar intussen toch eigenlijk niet meer weg te denken uit wetenschap, activisme en publiek debat. Abdou Menehbi van EMCEMO en het Collectief Tegen Islamofobie en Discriminatie (CTID) legde in zijn verhaal uit hoe voor hen de strijd tegen islamofobie en discriminatie is begonnen. Na 9/11 stelde een Europees rapport vast dat het aantal uitingen van agressie en geweld tegen moslims en moskeeën in Nederland erg hoog lag in vergelijking met andere landen. Menehbi stelde toen vast dat er niemand was die daar iets tegen deed.

Het CTID kwam met initiatieven om discriminatie tegen moslims als aparte grond voor registratie op te nemen en heeft ook diverse campagnes gevoerd om de meldingsbereidheid te vergroten. Maar melden en registratie zijn niet voldoende, want wat er gebeurt ermee? Als er niks tegen gedaan wordt, zo stelde Menehbi, dan gaat het van kwaad tot erger en zal vooral de radicalisering onder moslims ermee geholpen worden.

In lijn met eerdere bijeenkomsten stelde Menehbi dan ook een inclusieve vorm van verzet voor: niet alleen vechten tegen elke vorm van discriminatie, maar ook tegen de ‘radicale islam’.

Monitor

Ineke van der Valk, gastonderzoeker aan de Universiteit van Amsterdam, presenteerde de resultaten van de derde, meest recente, islamofobie monitor. Dit rapport valt uiteen in twee delen: één deel waarin ze de resultaten analyseert van haar onderzoek naar discriminatie en daden van agressie tegen moslims en moskeeën en een tweede deel waarin ze ingaat op de rol van internet en meer specifiek van Geenstijl en Powned.

Van der Valk stelt dat de gegevens laten zien dat het aantal incidenten tegen moskeeën sinds de start van de monitor (in 2005) nog nooit zo hoog is geweest. Dit correspondeert met de meeste andere registraties, maar of dat ook betekent dat het aantal incidenten daadwerkelijk hoger ligt is de vraag. Volgens Van der Valk krijgen anti-moslim uitingen weinig aandacht in de pers op enkele uitzonderingen na. Wel zijn er meer rechtszittingen geweest wat er op zou kunnen wijzen dat politie en het OM uitingen van moslimdiscriminatie serieuzer nemen dan voorheen.

Het deel over uitingen op internet beperkt zich tot Geenstijl en Powned: het zijn gevestigde media met hoge bezoekersaantallen. In totaal heeft Van der Valk 18.000 artikelen en 216.000 comments over islam geanalyseerd. Moslims worden hier vooral neergezet als achterlijk, politieke bedreiging (vijfde colonne) en object van haat (vaak uitgedrukt met dierenmetaforen).

Van der Valk ziet zeker een normalisering van islamofobie. Volgens haar passen politieke partijen zich aan en zijn programma’s vaker in strijd met de Grondwet dan in 2012. Veiligheidsmaatregelen zouden het recht van de vrijheid van godsdienst kunnen bedreigen net als mogelijke verboden op gezichtsbedekkende kleding en op onverdoofd slachten.

Structurele islamofobie

Ibtissam Abaâziz, sociologie en werkzaam voor stichting Meld Islamofobie gaat in op de werkzaamheden van Meld Islamofobie. Zij voegt een interessant punt toe aan de discussie over de normalisering van islamofobie, namelijk die onder moslims zelf. Velen zeggen volgens haar op voorbeelden van discriminatie ‘Ja maar, zo is het toch’? De grenzen worden verlegd volgens Abaâziz, ook door moslims.

Volgens haar is het melden en registreren van islamofobe daden wel degelijk van belang. Het kan breken met normalisering: nee, zoiets is niet normaal. Maar, zo stelt Abaâziz nadrukkelijk, melden en registreren is niet het eindpunt, het is geen doel op zicht. Cijfers zijn volgens haar lastig te duiden en als je je richt op de cijfers alleen dan doe je alsof die op zichzelf staan. Daarbij breng je slachtoffers in een situatie dat zij zich moeten bewijzen: je moet bewijzen dat er islamofobie is, maar wanneer is er genoeg? Wie bepaalt de meetlat? Ze keert zich ook tegen de term incidenten die suggereert dat het losstaande gebeurtenissen zijn. Maar, zo zegt Abaâziz, er iets structureels aan de hand.

De normalisering uit zich ook volgens Abaâziz doordat mensen bepaalde beroepskeuzes niet maken en bepaalde stagekeuzes niet maken. De normalisering zit ‘m ook niet alleen bij politici, politie, media, maar ook in wetten en juridische uitspraken zoals in de recente uitspraak van het Europese Hof dat bedrijven politieke, religieuze en filosofische symbolen mogen verbieden als ze een neutraliteitsbeleid voeren. Zij pleit er dan ook voor dat de strijd tegen islamofobie in de bredere context geplaatst wordt.

Twee stellingen

Na de pauze is er ruimte voor stellingen en een gesprek van het publiek met het panel en met elkaar. De stellingen waren ontleend aan het RTL Verkiezingsdebat (‘De islam is een bedreiging voor de Nederlandse identiteit’) en aan de Stemwijzer (‘Nederland moet de grenzen sluiten voor islamitische migranten’):

Schermafdruk 2017-04-22 02.02.57

De vraag is niet of mensen het hiermee eens zijn, maar de vraag is hoe kan men het beste reageren als men met deze stellingen geconfronteerd wordt. Er wordt meteen gereageerd dat we islam moeten vervangen door jodendom, dan wordt het voor iedereen duidelijk: de vanzelfsprekendheid waarmee de stelling voor de één wordt geaccepteerd, is dezelfde vanzelfsprekendheid waarmee de nieuwe variant verworpen wordt.

Anderen roepen de vraag op over bekeerlingen en iemand vraagt zich af wat het doet met kinderen als zij deze stelling zien. Ook wordt opgemerkt dat het weigeren van de islamitische migranten in strijd is met de Grondwet en op de RTL stelling dat men eigenlijk niet weet wat de Nederlandse identiteit is.

Het probleem met deze stellingen is dat je ze valideert op het moment dat je er inhoudelijk op reageert. Met deze stellingen wordt er ook vanuit gegaan dat mensen veel kennis hebben: ik weet wat islam is, ik weet wat Nederlandse identiteit is.

Iemand uit het publiek stelt dat islamofobie haar Nederlandse identiteit bedreigt. Ze geeft het voorbeeld van een vrouw die eens stelde: ‘Ja maar jij hoort wel bij ons’. Het was heel goed bedoeld zegt ze, een heel lieve vrouw en toen was het onschuldig, maar intussen is het dat al lang niet meer.

De voorbeelden die passeren in de verhalen van Ibtissam Abaâziz en Ineke van der Valk zijn van mensen die er een punt van maken, die social media opzoeken, een meldpunt inschakelen. Maar wat te denken van mijn moeder, die bij de Dirk wordt uitgescholden voor stomme moslim en erger, zo stelt één van de aanwezigen.

Er moet actie ondernomen worden, maar welke actie zou effectief kunnen zijn? Dat blijkt voor velen lastig te zijn. De rechtsstaat biedt ook niet echt de oplossing volgens één persoon. Een asjeblieft, doe maar normaal is niet genoeg. Slachtoffers moeten gemobiliseerd worden en er moet verbinding gezocht worden met andere slachtoffers van discriminatie: vrouwen, homo’s. En wat gaan politici doen met de normalisering van islamofobie?

Er moet een instelling komen die meer doet dan alleen registreren, maar één die de taal spreekt van mensen en de situatie van mensen niet terugbrengt tot een formulier. Als laatste komt er uit het publiek de vraag: ‘Wat moet er gebeuren, voordat er echt iets gebeurt?’

Daarmee was de bijeenkomst afgelopen. Het is helder dat er nog genoeg zaken zijn om over door te praten. Deze bijeenkomst was de tweede in een serie van besloten en open bijeenkomsten en we zullen in de komende maanden hiermee verder gaan.

Dank aan de sprekers en alle aanwezigen en overige belangstellenden!

 

Dit verslag verscheen eerder op Closer het weblog van Martijn de Koning en is in overleg met De Koning ook op Republiek Allochtonië geplaatst.

 

Over moslimhaat op Republiek Allochtonië
Republiek Allochtonië besteedt aandacht aan alle vormen van discriminatie, met speciale aandacht voor antisemitisme en moslimhaat. Wij geven in onze eigen teksten meestal wel de voorkeur aan de term moslimhaat boven de term islamofobie. Meer over de terminologie op polderislam of lees Moslimdiscriminatie registreren of islamofobie? 
Lees ook de Factcheck Neemt moslimhaat in Nederland toe? Meer over moslimhaat/islamofobie op dit blog hier.

 

 

Republiek Allochtonië wordt grotendeels op vrijwillige basis onderhouden. Waardeert u ons vrijwilligerswerk? U kunt het laten blijken door een bijdrage over te maken op rekeningnummer NL12INGB0006026026 ten name van de stichting Allochtonenweblog te Amsterdam. Met een donatie van 5 euro zijn we al blij. Meer mag ook!

 


Meer over abdou menebhi, achtergrond, Collectief Tegen Islamofobie en Discriminatie, CTID, emcemo, Ibtissam Abaâziz, ineke van der valk, islamofobie, martijn de koning, meld islamofobie, moslimhaat, nederlandse identiteit.

Delen:

Reacties


redactie - 28/04/2017 11:00

@bernadette, gebruik is hetzelfde als bij jodenhaat, homohaat etc. Het gaat in dit geval om moslims die gehaat worden.

Bernadette - 27/04/2017 10:10

Moslimhaat: wie doet wat? Haat de moslim of wordt de moslim gehaat?