Toename van antisemitisme en moslimdiscriminatie? De cijfers

In feiten door Ewoud Butter op 12-12-2014 | 16:37

Geregeld wordt er door belangenbehartigers of publicisten alarm geslagen over de onheilspellende toename van antisemitisme en islamofobie of moslimdiscriminatie.

Deze bewering wordt zelden onderbouwd door cijfers of er wordt een vergelijking over een zeer korte periode gemaakt. Ewoud Butter zet enkele cijfers op een rij, maar vraagt zich ook af in hoeverre deze cijfers het hele verhaal vertellen.

Vandaag schrijft columniste Brigitte Wielheesen op de joods-Nederlandse site Jonet:

"Vanaf 2000 is een sterke stijging van Jodenhaat te constateren, blijkt uit de presentaties van het CIDI. Deze jaarlijkse stijgingen rapporteren ook de Anne Frank Stichting en de Landelijke Vereniging van Antidiscriminatie Bureaus en Meldpunten (LVADB). Het Meldpunt Discriminatie Internet (MDI) meldt sinds 2009 de steeds meer groeiende toename van Jodenhaat op Marokkaanse en islamitische sites. De vaak onjuiste berichtgeving door de media over Israël speelt een grote rol in de sterke toename van Jodenhaat in de laatste decennia."

Wielhaesen signaleert een trend (toenemend antisemitisme), suggereert mogelijke daders (Marokkanen, moslims en media) en slaat op grond hiervan alarm: "Als de Nederlandse politici hun prioriteiten niet gaan verleggen, hebben we straks geen Joodse jongeren meer. Naïef ben ik niet meer. Het is 1938! Die paar mensen die ik met een hand kan tellen, koester ik."

Naief is Wielhaesen niet. Het antisemitisme in Nederland is veel te groot en beperkt veel joodse Nederlanders in hun vrijheid en in de mogelijkheid zichzelf te zijn. Terecht dat ze hier aandacht voor vraagt en ook logisch gezien het heftige jaar dat we achter de rug hebben met een aanslag op een Joods Museum in Brussel, de beveiliging van joodse instellingen en de vele heftige, onversneden antisemitische reacties op het conflict in Gaza afgelopen zomer. 

Maar wat zijn de feiten die worden genoemd in de bronnen die Wielhaesen aanhaalt? Ondersteunen die ook haar bewering? Ze worden hieronder op een rijtje gezet, waarbij gekeken wordt naar de ontwikkelingen vanaf het begin van deze eeuw.

Meldingen antisemitisme bij het CIDI

Allereerst de cijfers van het Centrum Informatie en Documentatie Israel. In oktober hebben we deze cijfers al op een rijtje gezet na een artikel op Jalta.nl (artikel staat niet meer online, lees bv dit bericht over het artikel). In dit artikel werd alarm geslagen ('Joden moeten etnisch onderduiken') over een toename van antisemitisme onder vooral moslims. In het artikel liet het CIDI weten dat het centrum halverwege 2014 al 105 antisemitische meldingen had ontvangen. De daders bestonden volgens directeur Esther Voet voor 2/3 uit moslims en voor 2/3 uit allochtonen. De SGP stelde direct kamervragen
Het cijfer van 105 meldingen leidde tot de verwachting dat het totale aantal incidenten aan het eind van dit jaar fors hoger zal zijn dan de afgelopen jaren. Jalta sprak over een 'recordjaar', maar was voor het gemak de eerste jaren uit deze eeuw vergeten. Die jaren hebben zijn in onderstaande grafiek wel opgenomen.
 

Er lijkt, niet erg verrassend, een direct verband te bestaan tussen spanningen in het Midden-Oosten en meldingen van antisemitisme bij het CIDI. Dat er in 2014 relatief veel meldingen bij het CIDI binnen komen na de strijd in Gaza afgelopen zomer, ligt dan ook in de lijn der verwachting, maar of het recordjaar van 2002 (Tweede intifada, Operation Defensive Shield) ook wordt gehaald, is nog de vraag. 

Meldingen antisemitisme bij het MDI

Dan de cijfers van het Meldpunt Discriminatie Internet (MDI). De cijfers die het MDI in de jaarverslagen van de afgelopen jaren heeft vermeld, zijn hieronder in een grafiek gezet. Deze cijfers vertonen een vergelijkbaar verloop als de cijfers van het CIDI. 

Ook bij het MDI kan een forse toename van antisemitische incidenten in 2014 worden verwacht. Halverwege de afgelopen Gaza-oorlog sloeg het MDI al alarm en schreef in een persbericht: "Gemiddeld ontvangt het Meldpunt Discriminatie Internet (MDI) 4 a 5 meldingen per week over antisemitisme op het  Internet. Nu kreeg het MDI in 14 dagen 122 meldingen over 412 uitingen van antisemitisme, allen gerelateerd aan het Israël-Gaza conflict." In het persbericht werden vele, soms beangstigende voorbeelden gegeven van bijzonder heftige vormen van antisemitisme.

De kans dat in 2014 bij het MDI sprake zal zijn van een recordjaar lijkt op grond van deze cijfers reeel. 

MIND
Het MDI was lange tijd de enige plek waar internetdiscriminatie kon worden gemeld. Het MDI kreeg hiervoor subsidie van de overheid, maar dit werd in 2012 uit efficiencyoverwegingen stopgezet. Het MDI is nu op vrijwillige basis doorgegaan en heeft concurrentie gekregen van een nieuw, door de overheid betaald meldpunt: het Meldpunt Internet Discriminatie, ook wel MiND genoemd. MiND kreeg In zijn eerste jaar (2013) 251 meldingen binnen, waarvan er 101 niet strafbaar waren. Van de 251 meldingen hadden er 14 betrekking op antisemitisme. 

Meldingen antisemitisme bij de Anti Discriminatievoorzieningen

De anti discriminatiebureaus publiceerden tot 2011 hun kerncijfers. Deze cijfers zijn onder andere hier te vinden. In onderstaande grafiek worden de cijfers samengevat. Ook bij deze meldpunten was in 2002 sprake van een recordjaar.

 

Antisemitisme in publicaties Verwey Jonker/ Anne Frank

Eerder deze week kwam de derde editie van de rapportage Racisme, antisemitisme, en extreemrechts geweld in Nederland uit. Deze rapportage is door het Verwey Jonker instituut samengesteld in opdracht van de Anne Frank Stichting. De data zijn afkomstig van de Nederlandse politiekorpsen (verzameld in de BVH, de Basisvoorziening Handhaving), het Openbaar Ministerie en de rechtbanken (verzameld door het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC)). De cijfers die in de rapportages gepresenteerd worden betreffen de periode 2010- 2013.

In deze publicatie wordt een onderscheid gemaakt tussen intentioneel antisemitische incidenten en antisemitische scheldpartijen. Bij intentioneel antsemitisme is de dader zich bewust van de joodse identiteit van het slachtoffer (persoon of gebouw). Het gaat hierbij meestal om schelden, beledigen en bedreigen en bij een kleiner deel van de uitingen om materiële schade of fysiek geweld tegen joodse gebouwen. Het gaat om relatief lage aantallen, maar de laatste jaren is er wel sprake van een stijgende lijn. 

 

Wat betreft antisemitisch schelden gaat het juist om veel grotere aantallen en om een dalende lijn. Antisemitisch schelden vindt vooral plaats in de regio’s Rotterdam en Den Haag en lijkt volgens de schrijvers van het rapport sterk samen te hangen met het voetbalhooliganisme in deze regio’s. Het is waarschijnlijk vaak gericht tegen Ajax of de aanhang van Ajax. 


Daders

Hoewel er de afgelopen maanden veel aandacht is geweest voor antisemitisme onder vooral moslims of Nederlanders van niet-westerse afkomst, is volgens de publicatie van de Anne Frankstichting antisemitisme in absolute aantallen vooral een autochtoon probleem: Voorzover de daders van intentioneel antisemitische incidenten bekend waren, ging het om 13 autochtone daders (68,4%), 2 Turkse Nederlanders (10,5%) en vier West-Europeanen (21,1%). Anti-semitisch schelden gebeurt vooral door autochtonen (64,9%), gevolgd door Marokkaanse Nederlanders (7,7%) en Turkse Nederlanders (6%). Hoewel er naar verhouding zeker sprake is van een lichte oververtegenwoordiging van Turkse en Marokkaanse Nederlanders, komt uit deze cijfers nog niet het beeld naar voren dat het CIDI in Jalta.nl schetste met het vermoeden 2/3 van de daders moslim of allochtoon is. 


Moslimdiscriminatie/ islamofobie

Ook uit islamitische hoek wordt geregeld gesuggereerd dat de moslimdiscriminatie of islamofobie of moslimhaat toeneemt in Nederland. Ook deze bewering wordt zelden of nooit met cijfers onderbouwd. Dit is in dit geval ook wat lastiger omdat moslimdiscriminatie (nog) niet zo lang en zo goed gedocumenteerd wordt als antisemitisme. Er zijn over een langere periode nog maar weinig cijfers beschikbaar. 

Alleen het MDI registreert moslimdiscriminatie (op het internet) al langere tijd. Op grond van de jaarverslagen van het MDI is de volgende grafiek samengesteld:
 

Deze grafiek kent een duidelijk ander verloop dan die van antisemitisme, met 2006 als 'topjaar'. Dit was het jaar van de Deense cartoonrellen en het jaar waarin de PVV werd opgericht, maar het is onduidelijk of deze ontwikkelingen enig verband met het aantal meldingen van moslimdiscriminatie vertonen. De hoge klassering in 2004 ligt ongetwijfeld aan de moord op Theo van Gogh. Tussen 2 november 2004 en 13 maart 2005 waren ook 135 moskeeën en 29 islamitische scholen doelwit van bedreiging, bekladding, vernieling en brandstichting.   

Het MDI registreert ook apart de discriminatie van Marokkanen en Turken op het internet. Die grafieken laten weer een ander verloop zien. 

 

MIND

Het nieuwe internetmeldpunt MIND registreerde in haar eerste jaarverslag in 2013 252 klachten, waarvan er 10 betrekking hadden op moslimdiscriminatie. 

Anne Frank/ Verwey Jonker

In het rapport van Verwey-Jonker en de Anne Frankstichting wordt dit jaar ook beperkte aandacht besteed aan 'moslimdiscriminatie'. 

In 2013 zijn er volgens Verwey-Jonker/ Anne Frank 150 incidenten van moslimdiscriminatie geregistreerd. Het gaat hierbij voornamelijk om scheldincidenten (115) en daarnaast om 35 incidenten van intentionele moslimdiscriminatie. Bij de incidenten van intentionele moslimdiscriminatie gaat het vooral om brandstichting bij, en vernielingen en bekladdingen van moskeeën. Er wordt geen vergelijking getrokken met eerdere jaren zodat het onduidelijk is of er sprake is van een toename of juist een afname van geregistreerde incidenten.

De verwachting lijkt wel gerechtvaardigd dat 2014 ook een toename zal laten zien van moslimhaat. Zo is het aantal incidenten van geweld gericht tegen moskeen dit jaar al hoger dan in voorgaande jaren en is 2014 ook het jaar van de 'minder minder' uitspraken van Wilders, de verhitte discussie over de integratie van Turkse Nederlanders en het steeds explicietere anti-moslimprogramma van de PVV, één van de grootste partijen in de polls.

Van verschillende kanten is er op aangedrongen moslimdiscriminatie of moslimhaat beter te gaan registreren. Op dit blog, Republiek Allochtonië, zullen we het komende jaar structureel meer aandacht aan moslimhaat besteden. 

Concluderend

De cijfers tot en met 2013 geven vooralsnog weinig feitelijke onderbouwing aan beweringen dat antisemitisme en moslimdiscriminatie in Nederland fors zijn toegenomen. Zowel antisemitisme als moslimdiscriminatie kenden vooralsnog aan het begin van deze eeuw hun 'recordjaren' in Nederland. De verwachting is echter wel dat er in 2014 sprake zal zijn van een forse toename van zowel antisemitisme als moslimdiscriminatie/moslimhaat.  Of het om een tijdelijke of een structurele opleving gaat, zal de tijd moeten leren. 

Relativering

Dan wil ik ook een kanttekening bij de 'harde cijfers' maken: die zijn helemaal niet zo hard, maar vormen slechts een indicatie. Vaak wordt er dan ook terecht gesproken over 'het topje van de ijsberg'. De cijfers vertellen hoe vaak er bij een bepaald meldpunt melding is gedaan. Niet meer en niet minder.

De cijfers kunnen een indicatie geven van de toename of de afname van de discriminatie van bepaalde groepen, maar dat hoeft niet. 

De cijfers zeggen bijvoorbeeld ook wat over de bekendheid van de mogelijkheden om melding te maken van discriminatie, over het vertrouwen dat mensen in de meldpunten hebben of meer in het algemeen over de aangiftebereidheid onder de slachtoffers van discriminatie.
Deze aangiftebereidheid wordt groter wanneer slachtoffers het idee hebben dat er door meldpunten en politie en justitie ook wat met hun aangifte wordt gedaan, maar kan ook groeien wanneer er door veel mensen in de directe omgeving aangifte wordt gedaan of wanneer er via (sociale) media wordt opgeroepen aangifte te doen. Ook een campagne om discriminatie te melden en bekendheid te geven aan anti-discriminatievoorzieningen kan leiden tot een (tijdelijke) stijging van de meldingen – wat niet hoeft te betekenen dat er ook sprake is van een werkelijke toename van discriminatie.

Ervaren discriminatie en uitsluiting
Maar het merendeel van de mensen doet geen aangifte en zal dat waarschijnlijk ook nooit doen. Dat werd ook duidelijk uit het onderzoek 'Ervaren Discriminatie' van het SCP dat begin dit jaar werd gepubliceerd. Hieruit bleek onder andere dat twee op de drie moslims ten minste één discriminatie-ervaring in het afgelopen jaar heeft gehad. Inclusief degenen die twijfelen of het om discriminatie ging gaat het zelfs om driekwart van de moslims. De joodse onderzoeksgroep was in dit onderzoek te klein en te eenzijdig samengesteld (vooral ouderen die leeftijdsdiscriminatie ervaarden) om betrouwbare uitspraken over te doen. 

Of ervaren discriminatie nu gebaseerd is op werkelijke discriminatie of op vermeende discriminatie, is eigenlijk maar beperkt relevant. Wat relevant is in hoeverre Nederlandse burgers, in dit geval joden en moslims, zich beperkt voelen in hun vrijheid door vooroordelen, discriminatie of verregaande vormen van agressie van of door anderen. Aan politici, onderzoekers en media de taak om enerzijds deze angsten en zorgen serieus te nemen, slachtofers te beschermen en hard op te treden tegen alle vormen van discriminatie. Maar tegelijkertijd zal ook gewaakt moeten worden de angst niet onnodig verder aan te wakkeren met uitspraken die niet gestoeld zijn op feiten. 


Ewoud Butter is hoofdredacteur van Republiek Allochtonië. Meer van Ewoud op dit blog hier of op zijn website. Ewoud is ook te volgen op twitter: @ewoudbutter

 

Meer over discriminatie op dit blog hier
Meer over antisemitisme op dit blog hier
Meer over moslimhaat op dit blog hier

 

Volg Republiek Allochtonië op twitter of like ons op facebook.  

Waardeert u ons vrijwilligerswerk? U kunt het laten blijken door een bijdrage over te maken op rekeningnummer NL12INGB0006026026 ten name van de stichting Allochtonenweblog te Amsterdam. Met een donatie van 5 euro zijn we al blij. Meer mag ook!  

 


Meer over anne frank, antisemitisme, cidi, discriminatie, ewoud butter, factcheck, mdi, mind, moslimhaat, verwey jonker.

Delen:

Reacties


EddieValiant - 17/01/2015 13:24

De opmerking van Egbert dat "nergens een verstandig woord over wat de bombardementen door De Joodse Staat op Gaza ermee te maken hebben" is werkelijk potsierlijk. Dat is net zoiets als de vele doden die moslims overal ter wereld veroorzaken (en dat zijn er vele malen meer dan wat in Gaza gebeurde) als logisch excuus gezien moet worden gezien voor islamofobie.
Over anti-semitisme gesproken........

John Dubbelboer - 15/12/2014 23:31

In Trouw van 8 november 2014 staat een lezenswaardig interview met Adrian Hart. De titel van het stuk is: Houdt antiracisme het racisme in stand? Het gaat om een stelling die ook door Frank Furedi is verdedigd. Rita Schriemer, onderzoeker bij Radar/art.1 zegt er dit van: “Dat roept de vraag op in wiens belang het is om discriminatie te melden, te agenderen en er beleid op te zetten. En daar zit het deel van de kritiek waar ik Hart, zij het schoorvoetend, gelijk in kan geven”. Kennelijk bestaat er naast het evidente belang van racismebestrijding ook het belang dat degenen die van racismebestrijding hun gesubsidieerde werk maken, dat kunnen behouden.
Mag ik als contrast wijzen op het burgerinitiatief www.straatintimidatie.org Het gaat hier om een breed miskend probleem over wat uiteindelijk neerkomt op vrijheidsberoving van vrouwen.

Nico - 14/12/2014 16:27

Zeer goed dat de cijfers op een rij worden gezet! Ik zie nog wel een addertje onder het gras.

Ik heb gemerkt dat 3e generatie allochtonen (en dat worden er steeds meer) vaak als Nederlander worden geteld, terwijl dat in een rapportage als die van Tabel6 nogal misleidend is.

Daarom mijn vraag of de Tabel6 informatie ook naar religieuse afkomst uiteengezet kan worden.

Faatje - 13/12/2014 20:21

Mooi stuk weer Ewoud. Genuanceerd. Het is mooi, verhelderend en nuancerend om de ontwikkelingen over een langere termijn weer te geven. Wel vreemd dat al die ADV's dat zelf nooit doen. En goed dat je de cijfers relativeert.

Egbert - 13/12/2014 14:14

De CIDI-definitie voor anti-semitisme is rammelend, lek en opportuun. Het is ronduit ranzig het CIDI, met hun politieke agenda en eenzijdige belang, te laten bepalen wat anti-Semitisme is. En het is verbazingwekkend dat de Anne Frank Stichting dit dan klakkeloos overneemt.

Vervolgens is nog steeds niet duidelijk waarom anti-Semitisme een uitzonderingspositie heeft in zo'n "rapportage" (nog zoiets: waarom "rapportage" en geen "onderzoek"? Wat was de opdracht precies?). Elke serieuze onderzoeker deze taak waardig zal dezelfde criteria willen toepassen voor alle vormen van discriminatie. Duh. En nergens een verstandig woord over wat de bombardementen door De Joodse Staat op Gaza ermee te maken hebben.

Dit stuk wordt ingeleid met een quote van een blogger die blijkbaar niet eens hoeft te verantwoorden hoe of wat het er toe doet: "De vaak onjuiste berichtgeving door de media over Israël speelt een grote rol". (let me spell it out: nog vaker, de juiste berichtgeving over Israel). Weet je, over dit anti-Semitisme maak ik mij geen zorgen. Het gekrijs: "Het is 1938!".