Rabbijn en imam: mishandeling meisje met hoofddoek is ultieme schending van godsdienstvrijheid

In nieuws door Fatima  op 28-02-2018 | 08:32

De aanval op een veertienjarig meisje vanwege het dragen van een hoofddoek is de ultieme schending van het grondrecht godsdienstvrijheid. De samenleving en de overheid dienen deze daad te veroordelen. Ook moeten politici het stigmatiseren uitbannen van religieuze burgers die, overeenkomstig hun geloofsovertuiging gekleed wensen te gaan.

Dat stellen rabbijn Lody B. van de Kamp en imam Aboe Ismail in een gezamenlijke persverklaring, die hieronder in zijn geheel wordt weergegeven.

Er bestaan nauwelijks afdoende woorden van afschuw als reactie op de mishandeling van een jong schoolmeisje vanwege het dragen van een hoofddoek in Emmeloord, woensdag jl.

Namens onze wederzijdse gemeenschappen wensen wij haar, haar familie en ieder die haar dierbaar is veel sterkte, kracht en moed toe. Wij hopen en bidden dat zij deze afschuwelijke gebeurtenis gauw te boven zullen komen.

Ook wensen wij veel sterkte en zegen toe aan de Moslimgemeenschap van Emmeloord waar dit voorval heeft plaats gevonden.

De aanval op een veertienjarig meisje vanwege het dragen van een hoofddoek is niet slechts een aanslag op een jonge moslima vanwege haar religie of geloofsovertuiging. Net zomin als zo een aanval op een joodse jongen die een keppeltje draagt een daad van antisemitisme is of het uitjouwen van christelijke dames, herkenbaar aan hun kledingwijze, een uiting is van alleen maar christenhaat.

Zo een afschuwelijke daad is veel ernstiger.

Wij leven in een land dat zich decennia kon beroepen op grondrechten, niet alleen op basis van de grondwet maar ook op het feit dat de inhoud van die grondwet daadwerkelijk in onze gedachten en in onze gedragingen ten opzichte van de medemens gekoesterd en uitgevoerd werd.

Godsdienstvrijheid, de vrijheid van het religieus handelen, het mogen leven naar de religieuze leefregels zijn verankerd in onze grondwet.

Een daad zoals dit jonge meisje heeft moeten meemaken is de ultieme schending van het grondrecht godsdienstvrijheid.

Met klem roepen wij onze samenleving, en niet in het minst onze overheid als hoeder en beschermer van deze grondrechten van elke burger, deze daad te veroordelen en dienovereenkomstig te handelen. Zowel naar de mogelijke daders als naar het slachtoffer en de directbetrokkenen.

Ook dringen wij andermaal bij onze overheid en onze lokale en landelijke volksvertegenwoordigers aan op het uitbannen van het stigmatiseren van religieuze burgers die, overeenkomstig hun geloofsovertuiging, gekleed wensen te gaan.

Alleen door een veranderende mentaliteit met betrekking tot respect voor religie of welke levensbeschouwing ook zullen incidenten als deze achterwege blijven en zullen de grondrechten van iedere burger in ons land opnieuw gewaarborgd zijn.

Rabbijn Lody B. van de Kamp, Coördinator Muslim and Jewish Leadership Council (MJLC) Amsterdam/ Wenen.

Imam Aboe Ismail, As Soennah Moskee, Den Haag

Foto

Zie ook:

Tienermeisje uit Emmeloord slachtoffer islamofoob geweld

 

Waardeert u ons werk? U kunt Republiek Allochtonië steunen en een klein (of groot) bedrag doneren (via I-deal)

 


Meer over moslimhaat.

Delen: