Antisemitisme, jodendom en het Geroofde Land

In opinie op 27-03-2013 | 14:13

Antisemitisme blijft me bezig houden, zowel als verschijnsel – als het dat is – als als kwalificatie. Je kunt er nauwelijks iets over zeggen zonder meteen te worden geconfronteerd met heftige reacties. Laat ik dus vooral proberen eens een echt saai stukje te schrijven.

Een antisemiet is iemand die op grond van bepaalde overwegingen over een bepaalde groep mensen een negatief oordeel heeft en daar graag bepaalde consequenties aan verbonden zag. Maar die overwegingen, die groep, dat oordeel, en die consequenties kunnen allemaal flink variëren. Het oordeel varieert van ‘mijn beste vriend is joods, maar als schoonzoon had ik hem toch liever niet’ tot hartgrondige haat. De gewenste consequenties varieert van enige distantie – ‘met zulke mensen gaan wij liever niet om’ – tot totale vernietiging. De overwegingen variëren van religieuze overtuigingen die je niet deelt, via politieke overtuigingen die je nadrukkelijk afwijst, tot karaktereigenschappen die je verafschuwt.

Antisemitisme kan dus variëren van enige reserve tegenover een religie met gebruiken die je bevreemden en waar je maar het liefst niet te veel mee geconfronteerd wordt, tot blinde haat jegens een groep die je het liefst zag uitgemoord. En daartussen ligt een multidimensionale wereld aan mogelijke andere invullingen. Dat maakt ‘antisemitisme’ niet tot een erg helder en veelzeggend begrip. 

En dan heb ik het nog niet gehad over de groep waarop het oordeel betrekking heeft. Soms kom je de suggestie tegen dat die groep alle mensen omvat die een Semitische taal spreken of die je op etnologische gronden als ‘Semieten’ kunt beschouwen, maar voor grapjes van het slag ‘Wie tegen de Palestijnen is, is ook antisemiet, want dat zijn ook semieten’ heb ik even geen tijd. De term ‘antisemitisme’ heeft díe bredere betekenis nooit gehad. In zijn huidige betekenis is die term verbonden met het jodendom. Maar ook dat is niet zo makkelijk in kaart te brengen, omdat religie en al dan niet vermeende verwantschap daarin op een nauwelijks ontwarbare manier meespelen. In feite – en daarmee zeg ik iets dat u mogelijk de wenkbrauwen doet fronsen – begint die onduidelijkheid al bij de joden, hoe ook opgevat, zelf. Dat kan klinken alsof ik joden zelf de schuld voor de negatieve oordelen van anderen in de schoenen schuif. En sommigen zullen mij ook beslist zo lezen. Het zij zo.

Joden hebben onderling soms niet meer gemeen dan het risico met andere Joden op één hoop te worden gegooid. Als je ervan uitgaat dat dat gooien vroeg of laat hoe dan ook gebeurt, en onvermijdelijk is, is enige solidariteit het enige dat erop zit, maar ’t lastige is dat die solidariteit de kans op dat op-één-hoop-gooien nu juist weer vergroot. Ik kom daar nog op terug, maar misschien helpt het eerst wat feiten onder ogen te zien.

joden en Joden

Het woord ‘jodendom’ wordt gebruikt om een religie mee aan te duiden – dat is ook de reden waarom we het net als ‘katholicisme’, ‘protestantisme’, ‘islam’, enzovoort, met een kleine letter schrijven. ‘Joden’ zijn dan aanhangers van die religie, en daarom schrijven we ook dat woord – behalve als we er, zoals ik hier, een zin mee beginnen – met een kleine ‘j’. Over die religie kún je een negatief oordeel hebben, in dit geval bijvoorbeeld vanwege de overdaad aan vreemde gedragsregels, de nadrukkelijke wens van bepaalde wettelijke voorschriften te worden vrijgesteld, of het idee aanhanger van Gods favoriete geloof te zijn – allemaal zaken overigens die je ook bij andere religies kunt aantreffen (en die mij, dit om alle misverstanden te voorkomen, geen moment storen), en waar ook lang niet alle joden aan meedoen. Het jodendom is even veelvormig als het christendom, de islam, of welke andere religie ook.

Aardig is het niet om mensen te veroordelen om hun religieuze overtuigingen en gebruiken, maar wie in die zin antisemiet is, verschilt in niets wezenlijk van de anti-katholiek die het gemak van lekker-zondigen-en-dan-gauw-biechten hekelt, of de anti-calvinist die zich ergert aan de vreugdeloze stijfheid en de tekstuele haarkloverij van onze streng gereformeerde broeders. De duidelijkste pendant van antisemieten in deze zin vormen de anti-islamisten, die zich zelfs politiek hebben verenigd, en die graag uitleggen dat hun kritiek niet laakbaar is omdat die betrekking heeft op een geloof waar mensen vrijelijk voor kiezen en niet bijvoorbeeld op een ras, geslacht of geaardheid waarmee mensen nu eenmaal ter wereld komen. 

Velen echter, zowel joden als niet-joden, zien in joods-zijn meer dan alleen een religie. Ze menen dat er ook zoiets is als een Joods volk, dat dan net als Duits of Brits volk met een hoofdletter geschreven zou moeten worden. In sommige opzichten is dat niet alleen maar onzin. Joden maakten bijvoorbeeld in Nederland tot aan Napoleon deel uit van wat werd aangeduid als de Joodse Natie: een groep met een eigen, weinig benijdenswaardige, status. Maar daaraan kwam twee eeuwen geleden een eind.

het Joodse volk

Wie Joden ook nu nog als volk ziet, en meent dat dat volk-zijn relevant is, heeft het dus over iets anders. En nu wordt het echt lastig. Volgens de bronnen van wat ik toch graag vooral zie als het joodse geloof, verkoos God ooit de Israëlieten als ‘Zijn volk’, dat in de geschiedenis van de mensheid een bijzondere rol te spelen had en dat Palestina van Godswege als woonplaats toegezegd kreeg: het Beloofde Land. Joden die dat verhaal serieus nemen, zien zichzelf als de erfgenamen van deze Israëlieten. Maar het lastige is dat je door bekering tot deze groep kunt toetreden, en dat er perioden zijn geweest dat velen dat deden, terwijl de God van het verhaal het toch echt over ‘nakomelingen’ en niet over ‘geloofsgenoten’ had. 

Wat Jood zijn betekent, is een raadsel. Je kunt als niet-joodse niet-Jood Jood worden door je tot het jodendom te bekeren dus joods te worden, maar als kind van een Joodse moeder kun je ook Joods zijn zónder joods te zijn. Met één Joodse grootouder, namelijk je moeders moeder, ben je het zelf ook, maar met drie Joodse grootouders, namelijk alle vier minus je moeders moeder, ben je het niet. ‘Joods’ wordt zo een etiket dat mensen bijeenveegt die weinig meer gemeen hebben dan … precies, dat etiket. Zou het iets wezen om het gewoon af te schaffen? Dan maken we binnen het jodendom, een religie dus, onderscheid tussen een liberale tak waar je lid van wordt door erin op te groeien of je ertoe te bekeren, en een orthodoxe tak waar dat bekeren wat meer voeten in de aarde heeft, maar waar het om alleen voor die orthodoxen begrijpelijke redenen helpt als je moeder de juiste moeder had. 

Het idee van een Joods volk maakt deel uit van de stichtingsmythe van het jodendom, en het jodendom is daaraan de eeuwen door blijven vasthouden. Het is daardoor nooit echt en blijvend een zendingsgeloof geworden, en dat vind ik ronduit sympathiek, maar het idee van een Joods volk had ook minder prettige gevolgen, althans voor dat volk zelf.

Die stichtingsmythe vinden we terug in het theologisch fundament van het christendom, dat mede daardoor kon gaan geloven dat het Joodse volk God Zelf vermoord had en daarvoor boeten moest. Dit denken hebben de meeste christelijke kerken inmiddels afgezworen, maar het heeft eeuwenlang zeeën van ellende veroorzaakt. Bovendien schreef men aan een volk al gauw een volksaard toe, waarbij het Joodse volk uiteraard een weinig frisse volksaard kreeg toegedicht. (Laten we eerlijk zijn, volksaarden doen het nog altijd goed. U bent er uiteraard van overtuigd dat Grieken niet luier, Russen niet sentimenteler en Arabieren niet wreder en gewelddadiger zijn dan willekeurig wie anders, maar u en ik zouden de mensen die zulke vooroordelen wel cultiveren niet graag te eten geven.) 

Dit volkse denken leidde tot een cultuur waarin Jodenhaat zozeer verankerd raakte dat het de Verlichting en de daarmee gepaard gaande secularisering met gemak overleefde. Ook wie niet in die Joodse Godsmoord geloofde, kon vasthouden aan het idee dat er een Joods volk was en dat dat volk níet deugde. Het droeve dieptepunt van dit denken ligt inmiddels weer zeven decennia achter ons, maar vergeten mogen we het nooit.
(Terzijde: dat ‘volk’ was daarbij intussen inderdaad een ‘ras’ geworden, maar ik denk niet dat dát veel uitmaakt. Een ‘ras’ is een groep individuen die onderling nauwer verwant zijn dan ze zijn met niet tot die groep behorende soortgenoten, en een ‘volk’ in de genealogische betekenis van dat ‘Joodse volk’, is dat evenzeer. Voor een ‘volk’ in de nu meest gebruikte zin, de bewoners van een bepaalde staat, ligt dat uiteraard anders.) 

In deze opsomming mag de islam niet ontbreken. Moslims geloven niet in vermoorde Goden, en afgezien van een Korantekst over een groepje evident onbetrouwbare joden in het zevende-eeuwse Medina (waar waarschijnlijk inderdaad wat tot het jodendom bekeerde Arabieren woonden), hebben ze ook weinig reden om joden een volksaard toe te dichten. Bovendien zijn ze van Godswege verplicht joden de ruimte te geven voor hun eigen geloofsbeleving, en ze fatsoenlijk te behandelen. Dat is in de loop der eeuwen regelmatig mislukt, maar ’t is toch meestal opnieuw geprobeerd, en vaak ook met redelijk succes. ’t Is geen toeval dat de uit het ‘heroverde’ Spanje verdreven joden liever naar islamitisch gebied vluchtten dan naar andere christenlanden. Het antisemitisme van de islam is in elk geval een stuk milder dan dat van het christendom, de Verlichting, en de grote Verduistering die daar uiteindelijk uit voortkwam.

het zionisme

De mythe van een Joods volk leeft helaas nog altijd voort, en leidde inmiddels weer tot nieuwe ellende. Het zionisme ontstond als beweging van slachtoffers van die mythe die weg wilden uit het voor hen wel zeer kille Europa, en zich samen in één land wilden vestigen. Aanvankelijk streefde men er duidelijk naar daar grond te kopen, en in vrede te leven met de mensen die er woonden, maar die goede bedoelingen raakten al snel uit het zicht, en inmiddels is er een niet onaanzienlijke en invloedrijke groep die het Joodse volk met zijn Godgegeven recht op alleenheerschappij in heel Bijbels Israël weer een geheel eigen leven inblies. Nu zet hún nieuwe en uiterst grimmige variant van het zionisme de toon, en het leidde tot ramp na ramp voor de plaatselijke bevolking. Het begrip ‘zionisme’ verloor daarmee zijn onschuld. Het Beloofde Land draaide uit op het Geroofde Land, en dat is het tot op heden gebleven.

Een flink deel van wat nu als ‘antisemitisme’ wordt aangeduid, is in feite vooral een reactie op dit moderne zionisme. En ik zeg het er meteen maar bij: dat anti-zionisme is in hoge mate georkestreerd door weinig frisse regimes in wat ik maar even breed zal aanduiden als de islamitische wereld die zo de onvrede van hun burgers proberen te kanaliseren in een voor hen veilige richting. 

Maar waar dat anti-zionisme ook vandaan komt, aan de oprechtheid ervan verandert dat weing. En hoe boeiend speculaties over manipulerende overheden ook zijn, veel belangrijker is wat er vervolgens gebeurt. Anti-zionisten uit met name de islamitische wereld richten hun afkeer al gauw op ‘de Joden’, en dat leidt zelf hier, ver van het Palestijnses strijdtoneel, tot akelige bejegeningen door vooral islamitische jongeren van joodse Nederlanders die althans formeel niets met de Israëlische politiek van doen hebben. 

Die trieste ontwikkeling – “Het antisemitisme laait weer op in Nederland; moeten we niet toch alsnog emigreren?” – plus de toenemende druk op Israël zelf, leiden ertoe dat joden elders zich steeds solidairder gaan voelen met die staat en zijn bewoners. Als ze al kritiek op Israël hebben, en velen hebben dat vast, houden ze die liever voor zich. Je kunt zo’n land per slot niet menselijker maken als je het niet eerst van de ondergang redt. Joods Nederland schaart zich vrijwel geheel rondom Israël, en dat lijkt mooi, maar ’t is precies die solidariteit die de stap van anti-zionisme naar wangedrag jegens joden op z’n minst de schijn van een rechtvaardiging geeft. En daarmee is de cirkel rond. Uiteraard zul je die moeten doorbreken door de anti-zionisten duidelijk te maken dat er een wezenlijk verschil bestaat tussen ‘joden’ en ‘Israëli’s’, maar ’t zou helpen als dat meer was dan een formeel verschil.

Op de website van het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap, het NIK, staat geen woord van kritiek op wat er in Israël gebeurt. Het CIDI betoogt vooral dat de Palestijnen over Israël weinig te klagen hebben. Men betreurt in deze kringen hoogstens het verdriet dat ‘beide kanten’ elkaar in de loop der tijd hebben aangedaan en streeft naar verzoening en vrede. Over de grove onrechtvaardigheid van het resultaat van zestig jaar strijd heeft men het er niet, en dus ook niet over de ingrijpende herschikking van land en hulpbronnen waarzonder verzoening een farce en die vrede een aanfluiting wordt.
Ik vind dat je islamitisch Nederland niet kunt aanspreken op wangedrag van individuele moslims waar dan ook, en uiteraard geldt dat principe voor joods Nederland evenzeer. Maar wie zich vierkant opstelt achter geloofsgenoten hier of elders die rampen aanrichten, maakt zich moreel medeverantwoordelijk voor die rampen. De kritiekloze Israël-liefde van NIK en CIDI lijkt me daar een pregnant en droevig voorbeeld van. Dat mag de joodse gemeenschap in Nederland zich aantrekken. En ik betwijfel of Een Ander Joods Geluid, EAJG, in dat opzicht meer is dan een druppel op een heftig gloeiende plaat.

Waar bracht ons dit alles? Antisemitisme blijkt een begrip waarvan de inhoud in vier dimensies flink varieert. Een zo groot en divers betekenisveld vangen onder één woord is bepaald onhandig. Een begrip dat op vrijwel alles kan slaan, slaat in feite op bijna niets. Wat rest is een van oorsprong pijnlijk scheldwoord waarmee het CIDI en een enkele boze columnist zonder betere argumenten, zo nu en dan eens fijn van leer kunnen trekken. Wie het woord ‘antisemitisme’ wil blijven gebruiken zonder daarmee bijna niets te zeggen, zal er dus altijd vrij gedetailleerd bij moeten vertellen in welke zin hij of zij het daar en dan bedoelt. En wie wil dat het pijn doet ‘antisemiet’ te worden genoemd, moet wel beseffen dat ondoordacht gebruik tot slijtage leidt: nog even en het wordt een geuzennaam voor voorvechters van een rechtvaardige oplossing van het Palestijnse conflict.

Het Joodse volk bestaat niet. De nazi’s die het wilden uitroeien, vermoordden miljoenen gewone Europeanen onder een triest betekenisloos etiket. De meeste mensen die nu bezig zijn de Westelijke Jordaanoever stukje bij beetje vrij van Palestijnen te maken, zijn voormalige Europeanen die, vaak via Amerika, naar het Midden-Oosten migreerden, en die mogelijk een geloof, maar in elk geval een ideologische misvatting delen.

Wat wel bestaat is een religie die we als ‘jodendom’ kunnen aanduiden, die even gevarieerd is als elke religie, die als elke religie zijn mooie en minder mooie kanten kent, en die in allerlei landen met een bescheiden aantal aanhangers vertegenwoordigd is. 

Er zijn uiteraard ook mensen wier voorouders dat geloof aanhingen en die in hun denken en doen de sporen van dat geloof dragen, zoals veel nakomelingen van christenen nog altijd kerst en pasen, veel gewezen moslims nog altijd het suikerfeest, en veel mensen met katholieke wortels nog altijd karnaval vieren. In de uiterst zeldzame gevallen dat dit relevant is, kunnen we ze aanduiden als mensen van joodse origine. Maar verder is er geen enkele reden ze apart te zetten. 

En er is een staat in het Midden-Oosten die zich tegen elk beter weten in opwerpt als ‘Joodse staat’, hoewel het jodendom als religieuze gemeenschap er (althans volgens sommige tellingen; ’t is maar net wie je nog ‘joods’ noemt) een minderheid vormt, en de mensen die er wonen in meerderheid van over de hele wereld zijn komen aanwaaien. Die staat vormt in zijn huidige vorm een schandvlek op het deel van de wereld dat zich graag afficheert als democratische voorvechter van vrijheid en mensenrechten. Dat zou onze eerste zorg moeten zijn.

Dit stuk verscheen eerder op Barts eigen site.


Meer over antisemitisme, antizionisme, cidi, eajg, israël, joden, nik, voorzanger.

Delen: