Asscher veroordeelt Turkse internaten op flinterdunne bewijslast

In opinie door Roemer van Oordt op 19-12-2012 | 22:00

Tekst: Roemer van Oordt

Gisteren gaf minister Asscher van Sociale Zaken antwoord op Kamervragen van D66, PVV en SP over de zogenoemde moskee-internaten. Hij karakteriseerde de situatie in diverse van deze Turkse studiecentra als zorgelijk. Uit alles blijkt dat hij zich daarbij hoofdzakelijk laat leiden door de onthutsende uitkomsten van een eenzijdig en zeer beperkt onderzoek in Rotterdam van NRC Handelsblad uit november van dit jaar. Sindsdien worden die negatieve beelden door onjuiste of onvolledige informatie in de media en het politieke debat uitvergroot tot een illusionaire werkelijkheid.

Open deuren
Het lijkt er niet op dat Lodewijk Asscher en zijn ambtenaren de moeite hebben genomen om op basis van de vragen die verschillende Kamerleden naar aanleiding van de uitgebreide rapportage in het NRC stelden, serieus eigen onderzoek te verrichten. Zijn conclusies zijn dan ook open deuren. Zo schrijft de minister in zijn antwoord dat het kabinet het onwenselijk vindt als personen of groepen zich afkeren van de bredere samenleving en als er op internaten les wordt gegeven waarbij ideeën naar voren worden gebracht die de integratie belemmeren. Aanpakken, voegt hij er aan toe.
Asscher zegt met een aantal gemeenten over ‘dit probleem’ te gaan praten en wil bekijken of zij over voldoende middelen beschikken om ‘de veiligheid en het welzijn van de kinderen te verzekeren’. Voor juridisch ingrijpen ziet hij ‘op dit moment’ geen aanleiding.

Misstanden?
In plaats van te onderzoeken of de bekende misstanden die steeds maar weer naar voren worden gebracht al dan niet representatief zijn, wordt de bewijslast door een deel van zijn antwoorden impliciet omgedraaid. Dat is uitermate schadelijk voor de beeldvorming over talloze geslaagde onderwijsinitiatieven die (vooral) vanuit Turks-Nederlandse hoek in de afgelopen decennia op de meest uiteenlopende plaatsen in ons land zijn opgebouwd. Initiatieven die de loop der jaren zonder bemoeienis en toezicht van de overheid langzaam maar zeker op alle onderdelen kwalitatief zijn verbeterd.

Uit de beantwoording van het meer praktische deel van de Kamervragen blijkt nota bene dat in de onderzochte internaten wel degelijk vergunningen waren afgegeven door de brandweer of door de gemeente. Waar dat niet zo was lopen volgens gebruikelijke procedures, die overal en nergens worden gehanteerd, legalisatietrajecten.
Naar ‘pedagogische wantoestanden’ in één van de gewraakte internaten deed het Advies en Meldpunt Kindermishandeling in Rotterdam al onderzoek op basis van drie meldingen in 2011. Dat gaf geen aanleiding tot verdere actie. Onderzoek van de ministeries van VWS en Binnenlandse Zaken in samenwerking met de GGD Nederland uit mei 2012 bevestigen die zienswijze.

Realistisch beeld
Toch constateert Asscher op basis van weinig hard bewijs dat de veiligheidsituatie en het leefklimaat in diverse internaten zorgelijk is. Dát is pas zorgelijk. Om een beeld te krijgen dat meer recht doet aan de werkelijkheid en de dagelijkse praktijk had de minister er goed aan gedaan op meerdere fronten actie te ondernemen. Allereerst had hij zelf bij een aantal Turkse internaten langs kunnen gaan om met medewerkers, ouders en leerlingen te praten.

Hij kan dan bijvoorbeeld zien hoe vanuit particulier initiatief - zonder richtlijnen en facilitering van de overheid - de afgelopen decennia met veel succes is gewerkt aan het verbeteren van de didactische en pedagogische vaardigheden van de begeleiders. Of luisteren naar de ervaringen van jongeren die, nadat hun reguliere school de deuren sluit, het educatieve en recreatieve programma van de Turkse studiecentra volgen. En vervolgens horen dat binnen de programmering op verzoek van de ouders veel plaats en aandacht is voor (huiswerk)begeleiding, maar ook ruimte wordt geboden aan religieuze en culturele vorming voor een evenwichtige identiteitsontwikkeling en het voorkomen van radicalisering. Dus niet met als doel om de jongeren te isoleren of vervreemden van de samenleving.

Eigen onderzoek
Ook had hij zich kunnen laten informeren door locale collega-politici, scholen en maatschappelijke organisaties die vanuit een kritische, maar open houding positieve ervaringen hebben opgedaan met het werk dat in de studiecentra wordt verricht. Bestuurders die vol bewondering lintjes doorknippen bij de opening van alweer een nieuw Turks studiecentrum en hen zien als middel om moslimjongeren bij de les te houden, scholen voor het voorgezet onderwijs in Amsterdam die intensief met hen samenwerken en andere educatieve initiatieven vanuit (etnische) minderheidsgroepen die hen vaak als geslaagd voorbeeldproject noemen.

Tenslotte had hij de mogelijkheid universiteiten te bezoeken of wetenschappers op het ministerie uit te nodigen. Onderzoekers als Landman, Van Bruinessen, Sunier en Sahin hebben alles behalve kritiekloze (deel)studies geschreven over de geïnstitutionaliseerde onderwijsinspanningen van Turken in Nederland. Maar in dat onderzoek is, anders dan in de huidige discussie, vooral ook veel ruimte voor de positieve kanten en effecten van het werk dat in de studiecentra wordt verricht. Daarbij valt onder meer te denken aan minder schooluitval, verbeterde schoolprestaties, doorstroom naar hogere vormen van onderwijs en toenemende ouderparticipatie.

Het zou op hun beurt al die schooldecanen, welzijnswerkers, ondernemers, journalisten, (stadsdeel)wethouders en wetenschappers sieren als zij hun sympathie en waardering nu het nodig is ook eens openlijk naar buiten brengen met als doel de negatieve spiraal te doorbreken. Hun stilte is vooralsnog bijna oorverdovend.

Roemer van Oordt is redacteur van Republiek Allochtonië en werkt al meer dan 15 jaar samen met een groot aantal Turkse studiecentra in Nederland.

Meer over de zogenoemde moskee-internaten: hier



Volg Republiek Allochtonië op twitter of like ons op facebook. Republiek Allochtonië (voorheen Allochtonenweblog) bestaat 7 jaar. Waardeert u ons werk? U kunt het laten blijken door ons te steunen.

 

 

 


Meer over asscher, internaten, kamervragen, media, nrc, pedagogisch klimaat, roemer van oordt, studiecentra, turken, veiligheid.

Delen:

Reacties


Fatih - 20/12/2012 23:08

Eigenlijk is het niet raar dat er niet gereageerd wordt. Omdat Asscher helemaal geen onderzoek heeft gedaan en al helemaal wetenschappelijk is onderbouwd. Hij maakt alleen een statement vanuit de media. Dus je hoeft toch niet op elke onzin een reactie te geven.
Ik ben zelf een oud student van dit soort internaten en ben er 2 jaar opgezeten. Ik heb veel meer inzicht gekregen over mijn toekomst en heb veel rolmodellen gezien voor mezelf.

Ik ben zeer dankbaar dat ik zelf naar zo'n internaat ben gegaan dankzij zo'n internaat heb ikmijn school afgerond en nu bezig ben met mijn master als Recht en Arbeid.

Ik begrijp het eigenlijk niet als je als allochtoon buiten zit te hangen wordt iedereen boos en als je binnen met je studie bezig bent en probeert om van je opleiding en je toekomst iets te makenis het nog steeds niet goed.

Ik denk dat het tijd is om helemaal weg te gaan van Nederland...Met heel veel pijn in me hart....
Ik weet zeker als je alle oud studenten-ouders een enquete laat maken dat je 99 procent ziet dat ze allemaal profijt hebben gehad voor hun zelf en voor hun kinderen..

Ik zie dat er elk jaar meer behoefte is bij Turkse jongeren en heb zelf nu ook 1 kind zie het belang van structuur, ondersteuning bij huiswerk en het begeleiden tot een diploma heel belangrijk.

Schande voor ASSCHER die geeneens een normaal onderzoek heeft gedaan!!

Selman - 20/12/2012 18:52

Het is inderdaad opmerkelijk dat er niet gereageerd wordt vanuit de internaten, maar zo gek is dat niet vind ik. Je komt met allerlei eenzijdige verdachtmakingen zonder te weten waar je echt over praat. De Turken in NL zijn goed bekend met de internaten (natuurlijk heb je ook hierin voor- en tegenstanders, zoals bij bijna alles).

Het is typisch weer zo'n uitkotsonderwerpje, vergelijkbaar met de onzin over Boerkadiscussie, halalwoningen en dergelijke.
Gaat een sub-gemeenschap op eigen houtje en eigen middelen een keer initiatieven ontwikkelen om proactief te zorgen voor de 'eigen' jeugd, is het weer niet goed!



Tuncay - 19/12/2012 23:50

Beste meneer Van Oordt, u vraagt zich af waarom de partners van de moskee-internaten zich oorverdovend stil houden. Ik vraag me af waarom de moskee-internaten zich zelf zo stil houden? Als die jongens daar zo'n goede opleiding hebben gehad, kunnen ze zich dan zelf niet verweren? Durven ze niet? Kunnen ze het niet? Of vinden ze de aantijgingen misschien wel hout snijden?
Wanneer deze clubs schimmig blijven en blijkbaar mensen als u nodig hebben om ongetwijfeld met de beste bedoelingen hun verhaal te vertellen, blijven ze toch een beetje in een verdacht hoekje hangen.