Condoom (Hassnae Bouazza)

In opinie door Hassnae Bouazza op 12-04-2010 | 09:39

Er moet meer ruimte komen voor individualiteit binnen de Marokkaans-Nederlandse gemeenschap. De tribale ketens moeten eraf. Te vaak zie je dat Marokkanen aan de kant staan te juichen als derden worden aangevallen, maar als er kritiek op de eigen groep of op individuen binnen de groep komt, trekken ze dat zich persoonlijk aan en gaan ze het rood voor de ogen zien. We moeten niet steeds onze mening inslikken uit loyaliteit aan anderen.

Condooms2 Gisteren was ik uitgenodigd om een inleiding te verzorgen op een bijeenkomst van het Netwerk Vrijzinnige Marokkanen. Meteen al bij het begin begon een van de aanwezigen te schelden op de mensen die te laat waren. Vrijzinnig, tazzz. Hij verwarde vrijzinnigheid met punctualiteit.

Mij was gevraagd te praten over de voorwaarden voor een vrijzinnig Marokkaans geluid en voor meer pluriformiteit binnen de Marokkaanse gemeenschap en Habib Kaddouri, die deel uitmaakt van het netwerk, boog zich over de bemoeienis van de Marokkaanse overheid met de Marokkanen hier en hoe die bemoeienis zich manifesteert.

Nu heb ik zelf nooit iets gemerkt van enige bemoeienis, maar door zowel Habib als de aanwezigen (onder wie PvdA-raadslid Mohamed Mohandis en cartoonist Abbtoy) werd erop gewezen dat je niet kunt ontsnappen aan het juk van de Marokkaanse overheid: als je daar om wat voor reden wordt gearresteerd, kun je geen hulp krijgen van de Nederlandse ambassade, omdat je een Marokkaanse onderdaan bent. Een vrouw vertelde dat zij een aantal jaar geleden niet met haar Nederlandse vriend naar Marokko op vakantie kon, omdat ze niet getrouwd waren. Een van de aanwezigen zei dat dat reuze meeviel, maar dat werd door anderen weersproken.

Een jongeman zei dat hij trots is op zijn Marokkaanse achtergrond, maar dat zijn nationaliteit iets is wat hij wil opeisen en niet door zijn strot geduwd wil krijgen.

De belangrijkste punten van mijn betoog waren dat er veel meer individualiteit moet komen binnen de Marokkaans-Nederlandse gemeenschap en dat de tribale ketens eraf moeten. Te vaak zie je dat Marokkanen aan de kant staan te juichen als derden worden aangevallen, maar als er kritiek op de eigen groep of op individuen binnen de groep komt, trekken ze dat zich persoonlijk aan en gaan ze het rood voor de ogen zien. Ik wees erop dat het goed is om het oneens te zijn, dat we niet steeds onze mening moeten inslikken uit loyaliteit aan anderen. Dat het mogelijk moet zijn een fikse discussie te hebben zonder dat die in gescheld of ruzie uitmondt. En dat het, als vrijzinnige, van groot belang is het voor mensen op te nemen als ze hun nek uitsteken of een eerlijke mening geven, ook al ben je het niet met hen eens. Het recht om af te wijken is belangrijk; daarvoor hoef je niet verketterd te worden.

Ook aanwezig was de jongeman die op de Netwerkdag van het Samenwerkingsverband van Marokkaanse Nederlanders nadrukkelijk weigerde als ‘moslim’ te worden geëtiketteerd. Hij wist niet hoe hij moet omgaan met het feit dat mensen niet willen accepteren dat hij geen praktiserend moslim is. Iemand zei dat het de schuld van Marokkanen zelf is dat ze klakkeloos als moslim worden gezien, omdat ze zelf keer op keer benadrukken dat ze eerst en vooral moslim zijn: “Als ik last heb van mijn knie, zeg ik dat het door het bidden komt, en als een imam wordt aangevallen, ga ik het toch voor hem opnemen, ook al vind ik het een klootzak.”

Een andere jongeman zei op enig moment, zonder introductie, dat we allemaal maar eens ons huiswerk moesten gaan doen en de woorden ‘etikettering’ en ‘integriteit’ moesten gaan opzoeken. Het kan natuurlijk niet zo zijn dat er op een bijeenkomst met Marokkanen eens geen pedanterik opstaat die de rest inwrijft hoe dom ze zijn en hoe slim hijzelf is.

Abdelghaffour Ahalli, de organisator van de bijeenkomst, wees op de schuld van de Nederlandse overheid die in gesprek gaat met moslimorganisaties als het Contactorgaan Moslims en Overheid, dat een miljoen moslims zegt te vertegenwoordigen. “Mij vertegenwoordigen ze niet!”, zei hij. Ahalli haalde ook fel uit naar mannen die vrouwen indelen in goed en fout (’hoer’ en ‘maagd’) en naar Marokkanen die klagen over racisme, maar zich ondertussen zelf schuldig maken aan antisemitisme.

“Als iets je heilig is, dan moet je dat laten bespotten”, zei Ahalli. “Als de koran je heilig is, dan moet je die laten bespotten, als je Berber-identiteit je heilig is, dan moet je er maar tegen kunnen als iemand uithaalt naar Berbers.” Spot en vrijzinnigheid, zo zei hij, “zijn het condoom van de samenleving, de bescherming.”

Kijk, een Marokkaan die vrijwillig het woord condoom in de mond neemt. Dat gaat helemaal goedkomen met dat vrijzinnige geluid.

Hassnae Bouazza is journaliste. Dit stuk is eerder verschenen op Frontaal Naakt en met Hassnae's toestemming verschenen op het Allochtonenweblog. Op Frontaal Naakt kunt u de reacties lezen of zelf reageren, zie hier


Meer over abdelghafour ahalli2, hassnae bouazza, individualisme, marokkanen, smn, vrijzinnigheid.

Delen: