Er is geen vredesproces – over een misleidend concept

In opinie door Jan Dirk Snel op 26-01-2011 | 22:52

Brengen de Palestine Papers nieuws? Alleen mensen die abusievelijk dachten dat er over vrede onderhandeld werd, of zelfs over gerechtigheid, kijken misschien vreemd op. Achter de schermen blijkt gewoon nuchter geconstateerd te worden wat we zo ook al kunnen zien.
Vredesproces als denkmodel voert ons conceptueel op een dwaalweg. Vrede is niet het doel. Het conflict is al door de feiten beslist. De huidige toestand zal in alle omstandigheden voortduren. Dat is het werkelijke proces: voortmodderen.

Dat schrijft Jan-Dirk Snel. Hieronder zijn volledige artikel.

Onthullen de Palestine Papers die door Al Jazeera zijn bemachtigd en door die zender gedeeld zijn met The Guardian, werkelijk iets fundamenteel nieuws? Ik betwijfel het. Ik geef onmiddellijk toe dat ik niet alle documenten in detail heb bestudeerd. Na de eerste publicaties heb ik her en der heb ik wat zitten lezen en net als vrijwel iedereen ga ik verder maar af op de hoofdlijnen die Al Jazeera en The Guardian uit de documenten halen. De nadruk op beide sites ligt trouwens op de eigen interpretatie. Zo heel veel documenten zijn er zo te zien nog niet beschikbaar. The Guardian heeft er een aantal op een rijtje gezet. Al Jazeera noemt enkele sleuteldocumenten en verwijst naar de rest, geplaatst in de Transparency Unit, via links in de artikelen, wat trouwens heel praktisch is.

De grote lijn lijkt me wel duidelijk. Die laat alleen maar zien wat we al wisten: er is géén vredesproces, er zijn niet twee gelijkwaardige partijen die met elkaar onderhandelen. Het zogenaamde ‘conflict’ is in feite allang opgelost. Of niet opgelost – maar dat is in dit geval hetzelfde. Het enige dat nog moet gebeuren, is dat de ontwikkelingen nog een tijdje hun beloop krijgen. De uitkomst van het hele ‘proces’ is helder. Tenzij er natuurlijk iets onverwachts gebeurt. En dat wil nog wel eens voorkomen in de geschiedenis.

-Het hangt er allemaal maar net vanaf met welke ogen je naar het zogenaamde proces kijkt. Wat zijn je normen, wat je verwachtingen? En vooral: wat is het conceptuele kader? Ik vermoed dat er op dat punt al iets ernstig misgaat. De vaste aanduiding voor de verhoudingen – onderhandelingen zijn het niet altijd - tussen Israël en de vertegenwoordigers van de Palestijnse Autoriteit is ‘vredesproces’. Die aanduiding is ernstig onrealistisch. Er is geen oorlog, er was geen oorlog. Vrede is, zoals we weten, het doel van oorlog. Maar als er geen oorlog is, kan dan vrede dan het doel van een proces zijn? Nee dus.

De term Peace Process stamt al uit de jaren zeventig. Israël had toen net enkele oorlogen met naburige staten achter de rug: in 1967 met Egypte, Syrië en Jordanië, zes jaar later met de eerste twee. Met Egypte en Jordanië heeft het inmiddels allang vrede gesloten en met Syrië zou het dat zo kunnen – dat land biedt herhaaldelijk vrede aan – maar op dit moment heeft Israël bij een officiële vredesluiting kennelijk nog even geen belang. Dat komt nog wel.

Met de Palestijnen is Israel nooit in oorlog geweest. In de jaren 1948 streed de net gestichte staat met legers uit vijf landen: Egypte, Syrië, Irak, Libanon en Transjordanië. Ahron Bregman merkt in Israel’s Wars. A History since 1947 (derde editie, 2010, p. 27) overigens op dat het Arabische Legioen de Jordaan in feite alleen maar overstak om het gebied dat de Verenigde Naties aan de Palestijnse Arabieren hadden toebedacht, te veroveren. In die zin waren er slechts vier niet al te beduidende legers die de nieuwe staat tevergeefs probeerden te vernietigen. Hoe het ook zij, in de ontstaansstrijd vanaf 1947 werden rond de driekwart miljoen Palestijnse Arabieren verdreven. In hedendaagse terminologie heet zoiets wel een etnische zuivering. Toen vond men dat een vrij logisch bijkomend effect van een oorlog om het eigen bestaan. Lees een ooggetuigenverslag als dat van Arthur Koestler in Promise and Fulfillment uit 1949 er maar op na. Als gewezen revisionistisch zionist – of was hij het in zijn hart eigenlijk nog? - koos hij zonder aarzelen partij, maar hij had geen enkele behoefte om het onrecht dat de lokale Arabische bevolking werd aangedaan, te verdoezelen. Net wat ik zei, het was oorlog – en iemand die uit Europa kwam en bovendien zelf een paar keer op het nippertje aan de dood was ontsnapt, had in het voorbije decennium heel wat ergere verschrikkingen te verwerken gekregen.

Maar er was geen georganiseerde Palestijns-Arabische entiteit, die ook maar enigszins vergelijkbaar was met de Palestijns-Joodse gemeenschap die in mei 1948 de staat Israël zou stichten. Daar was ook geen enkele aanleiding voor. In die zin was er dus geen sprake van een klassieke oorlog tussen Israël en Palestijnen. De lokale bewoners, die nog geen eigen politieke identiteit hadden, zaten gewoon in de weg en werden tijdens en deels al voor de oorlog met andere staten verwijderd. Een deel bleef achter en vormt nu een vijfde part van de bevolking van Israël.

In 1967 kwamen, als gevolg van de oorlogen met Egypte en Jordanië, de overige Palestijnse Arabieren die nog in het Heilige Land woonden, ook onder de heerschappij van Israël. Ongeveer vanaf dan kunnen we ze gewoon Palestijnen noemen. Voor 1948 waren Joden waren uiteraard ook Palestijnen - The Jerusalem Post heette ooit The Palestine Post - maar die hadden sindsdien een andere politieke identiteit verworven. En van de weeromstuit begonnen de lokale Arabieren ook een eigen identiteit te ontwikkelen. Alle ‘nationale’ identiteiten aan de oostkust van de Middellandse Zee zijn in de huidige zin pas in de loop van de voorbije eeuw ontstaan. Een moderne staat vraagt om een natie – in die volgorde vaak. Maar waar het hier om gaat: ook toen was er van een oorlog tussen Israël en de Palestijnen geen sprake.

Egypte wil Gaza absoluut niet meer terug en Jordanië, dat in 1950 de westelijke Jordaanoever geannexeerd had – door vrijwel niemand erkend –, heeft ook alle aanspraken laten varen. Met de partijen waarmee Israël ooit oorlog voerde, valt er dus niet meer te praten over de bezette gebieden. Alleen met de bewoners zelf en hun vertegenwoordigers kan het erover onderhandelen.

Maar hoe zouden twee partijen die nog nooit met elkaar in oorlog geweest zijn, met elkaar over vrede kunnen praten? Juist ja, dat kan niet en dat is dan ook niet het geval. Uiteraard is wel degelijk sprake van een conflict. Er zijn duidelijk tegengestelde belangen en daarover gaan de onderhandelingen bij tijden dan ook.

Nou ja, je zou kunnen zeggen dat de Libanon-oorlog van 1982 – ik herinner me de nachtelijke troepentransporten nog die eraan voorafgingen – in zekere zin een oorlog tussen Israël en een Palestijnse entiteit – dat woord hoef je écht niet alleen met zionisme te combineren – was. Maar met de Oslo-akkoorden is de PLO in feite als zelfstandige externe factor uitgeschakeld. Vanaf dat moment heeft Israël de Palestijnen onder de duim. Maar van een conflict is nog wel sprake. Geen conflict tussen twee zelfstandige staten, maar meer van overheerser en overheerste die soms hevig, gewelddadig verzet biedt. Men denke slechts aan de eerste en de tweede Intifada. Dat is het conflict waar het om gaat.

-En dat kun je vervolgens vanuit geheel verschillende perspectieven beoordelen. Het probleem van het op zich minieme conflict in het Heilige Land is dat veel te veel mensen er zich mee bemoeien. Ook dit stukje getuigt daar weer van. Het aantal visies en meningen duikelt dan ook over elkaar en het is soms erg moeilijk om met een enigszins realistisch oog te kijken. Op mij heeft met name de zionistische propaganda nog wel eens een averechts effect. Ik bedoel maar, als je Mark Regev hoort praten, weet je direct dat iets mis is en van de weeromstuit ga je dan maar zo het tegenovergestelde denken. Soms denk ik stiekem dat hij dat ook beoogt. Over zogenaamde Nederlandse ‘vrienden van Israël’ zwijg ik dan voor deze keer maar. Maar het is verstandiger om een eigen zelfstandig perspectief te ontwikkelen.

Er zijn op zijn minst drie benaderingen mogelijk: een morele, een juridische en een feitelijke. Wie het conflict in morele termen beoordeelt, zou misschien het liefst alle onrecht uit de afgelopen zes decennia uitgewist zien. Tegelijk is duidelijk dat nooit zal lukken. Gedane zaken nemen soms echt geen keer. Het juridische, volkenrechtelijke perspectief is uiteraard ook normatief, maar het bevat ook een element van feitelijkheid. Recht geldt. In die zin zijn rechtsnormen ook rechtsfeiten. Dries van Agt is in Nederland iemand die helemaal op dit spoor zit. Mensen die menen dat het hier om een ‘linkse’ hobby gaat, begrijpen er helemaal niets van: het is de zakelijke aanpak van een jurist die nauwgezet een zaak behartigt. Maar volkenrecht is ook in hoge mate formeel: het hoeft niet altijd strikt rechtvaardig te zijn en, het grootste nadeel, verwerkelijking is vaak afhankelijk van machtsverhoudingen. In die termen laat het derde, feitelijke perspectief zich dan ook het gemakkelijkst denken.

Wat nu onthullen de zogenaamde Palestine Papers? Als ik het goed zie, in feite niet meer dan dat de onderhandelaars van beide partijen heel goed beseffen hoe de machtsverhoudingen liggen en wat de feitelijke kansen zijn. Wat beide partijen willen, dat kun je ook zo wel zien. De Palestijnen willen graag een eigen onafhankelijkheid en vrijheid in een eigen staat. Bezetting is in ieder geval geen aangenaam lot. Zij willen hun eigen gebied. De Israëli’s willen twee dingen: veiligheid en óók gebied. Het zelfde gebied – dat maakt het wat lastig. Hun eigen staat hebben ze nu eenmaal in feite net naast het oude Bijbelse land gesticht – het oude Israël was geconcentreerd rond de Jordaan en niet op de zee gericht – en ze hebben domweg geen zin om de oude stad van Jeruzalem, Judea en Samaria zo maar helemaal op te geven. Ze zijn er veel te veel aan gehecht en er wonen inmiddels te veel Israëli’s. Niet om vrede gaat het dus, maar om macht en land.

Wie vanuit een normatief, moreel én juridisch, perspectief kijkt, heeft alle reden om hevig verontwaardigd op de documenten te reageren. Hoewel er altijd wel juristen te vinden zijn die met spitsvondigheid iets anders weten te betogen, is het op zich tamelijk duidelijk: de gebieden die in 1967 door Israël bezet zijn, zijn in ieder geval niet deszelfs rechtmatig bezit. Op de langere termijn heeft die staat er niets te zoeken. Alles wat daar tegenin gaat, is in feite de aantasting van fundamentele norm. Over Jeruzalem – oost én west trouwens – kun je dan nog een afzonderlijke boom opzetten. Al die nederzettingen horen er niet te zijn en alles wat de Palestijnen op dat gebied aanvaarden, is in feite een grote concessie. En als de Palestijnse onderhandelaars dan ook het recht op terugkeer nog eens bijna helemaal verkwanselen en alleen een symbolisch groepje van tienduizend accepteren, dan schieten ze ook moreel nog eens tekort. Ze verraden hun volk.

Maar wie de feitelijke machtsverhoudingen analyseert, hoeft niet verbaasd te zijn. De Israëli’s zijn dan misschien net niet oppermachtig, erg sterk zijn ze toch wel. Vrede met Jordanië en Egypte hebben ze al en het laatste land is zeker zo ijverig in het afknijpen van Gaza. De hoofdlijn is zo helder als wat: de Israëli’s willen zoveel mogelijk houden wat ze hebben en de Palestijnse onderhandelaars beseffen maar al te goed dat ze daar niet veel tegen kunnen beginnen. De documenten laten gewoon zien hoe het is. Alleen mensen die abusievelijk dachten dat er over vrede onderhandeld werd, of zelfs over gerechtigheid, die kijken nu vreemd op. Achter de schermen blijkt gewoon nuchter geconstateerd te worden wat we zo ook al kunnen zien.

Of al dat praten iets oplevert, doet er ook niet veel toe. De feitelijke verhoudingen veranderen er toch nauwelijks van. De Palestijnen kunnen hooguit hopen dat ze iets meer zeggenschap in de eigen gebieden krijgen en dat een aantal van de kleinere nederzettingen verdwijnen. En dat ze in Jeruzalem in een aantal wijken nog iets te zeggen hebben. Dat is wel ongeveer het maximale wat er voor hen in zit. Een krachtige eigen staat is volstrekt onhaalbaar. Ze zullen toch van Israël afhankelijk blijven. En voor Israël is er bij een overeenkomst in feite al helemaal niet veel te halen. Wat zou erdoor bereikt worden? Met aanslagen valt het momenteel mee, maar als er een overeenkomst wordt bereikt, zullen ze niet direct uitgesloten zijn. De bitterheid zal niet ineens uitgewist zijn. Er is geen happy end denkbaar. De Israëli’s hebben nu de zaak in handen en veel zullen ze met een formeel verdrag toch niet bereiken.

'Israel wil echt geen vrede' schijnt NRC Next dinsdag gekopt te hebben. Ik heb die krant niet gezien. Ik zag het op Twitter, waar sommigen direct bezwaar maakten. Misschien moeten we nuchter constateren dat de kop er vooral conceptueel naast zat. Met de Palestijnen in Jeruzalem, Judea en Samaria heeft Israël immers nooit oorlog gehad. Het heeft alleen met enkele alleszins begrijpelijke opstanden te kampen gehad. Oorlog heeft Israël de laatste jaren alleen maar gevoerd tegen Hezbollah en Hamas. Een betere, zij het wat minder pakkende kop was, denk ik, geweest: ‘Israël wil houden wat het heeft’. Als je daarvan uitgaat, kun je zelfs zeggen dat het zo af en toe misschien wel concessies wil doen, zoals in de zogenaamde Package Offer - met een verder nogal onheldere status - uit 2008 zou kunnen blijken, waarin Ehud Olmert kennelijk een genereus voorstel deed met als meest opvallende punt: ‘Israel would annex 6.8% of the West Bank, including the four main settlement “blocs” of Gush ‘Etzion (with Efrata), Ma’ale Adumim, Giv’at Ze’ev and Ariel), as well as all of the settlements in East Jerusalem (with Har Homa), in exchange for the equivalent of 5.5% from Israeli territory.’ Het lijkt veel, maar het gaat dus om een uitwisseling tegen randgebieden waar de Palestijnen echt niet om gevraagd hebben. En, vooral, bij die 6,8% komen dan nog alle ‘settlements in East Jerusalem’. Al Jazeera komt dan op meer dan 10%, maar dat kan ik zo niet beoordelen. Het lijkt me meer een voorstel voor de goede sier, dat in feite al bekend was, maar ach, vanuit het feitelijke gezichtspunt is het natuurlijk een concessie. Vanuit het normatief-juridische vertoog is het uiteraard een schaamteloze vertoning. Vanuit dat gezichtspunt maken de Palestijnse onderhandelaars voortdurend de meest verregaande concessies, waar ze absoluut geen mandaat voor hebben.

Dat is het eigenlijk wel. Het is een illusie om te denken dat er een definitieve ‘vrede’ zou kunnen komen, die een absoluut einde maakt aan het conflict. Het conflict is al door de feiten beslist. En de feiten zullen hun beloop nemen. De huidige toestand zal in alle omstandigheden voortduren. Dat is het werkelijke proces: voortmodderen.

Het meest waarschijnlijk scenario lijkt me dit. Israël zal de huidige toestand vooreerst zoveel mogelijk continueren. De grote nederzettingen zullen blijven groeien. De strook langs de Jordaan zal ferm in eigen hand gehouden worden. Misschien wordt het Palestijnse ministaatje ooit officieel erkend als zogenaamd onafhankelijke staat. Latijns-Amerikaanse staten beginnen daar nu al mee. Het zal weinig uitmaken. Of misschien beter: het zal Israël goed uitkomen. De bantoestanisering zal een poosje voortduren. En dan? Als er niets groots van buiten komt, lijkt het me het meest waarschijnlijk dat dat staatje op den duur een keer in Israël wordt opgenomen. De Palestijnen zullen er zelf uiteindelijk om vragen: gelijkberechtigde burgers worden van een goed functionerende, moderne staat. Het is natuurlijk waar dat de Palestijnen in Israël zelf – die bleven we langer Arabieren noemen, maar ik geloof dat dat nu wel voorbij is – in diverse opzichten tweederangsburgers zijn – alleen de structuur van het Israëlische wegennet laat dat al goed zien – in diverse opzichten hebben ze toch ook weer allerlei rechten. Als ze in één enkele staat worden verenigd met de Palestijnen uit Jeruzalem, Judea en Samaria zullen ze veel sterker komen te staan.

Gaza – zo duid ik de strook voor het gemak maar aan – zal van een dergelijke overeenkomst geen deel uitmaken. Voor de Israëli’s zouden de demografische verhoudingen dan al te ongunstig worden, terwijl de ideologische verschillen vooralsnog ook nogal groot zijn. Dat zal op den duur wel een klein ministaatje worden. Het ligt tenslotte aan zee en dat kan best. Of na een verandering van de orde in Egypte smeekt het toch zelf een keer weer om absoluut daar bij te mogen horen. We zullen het wel zien. In dit geval is het vooral belangrijk wanneer er vrede met Syrië gesloten wordt. Als dat eenmaal gebeurt, zal de ergernis die Hamas in Gaza en Hezbollah in Libanon veroorzaken, immers toch afnemen. (Dat Hamas Israël zou willen vernietigen, dat moeten we niet erg serieus nemen. Meer dan grootspraak van een volledig machteloze partij is dat niet. Of Iran nog invloed gaat uitoefenen, valt niet goed te zeggen.)

Ik geloof niet dat het allemaal zo verschrikkelijk bewust gelopen is, maar door zo te blijven vasthouden aan de westelijke Jordaanoever met een grotendeels islamitische bevolking en een kleine christelijke minderheid, heeft Israël zijn eigen identiteit als joodse staat in feite allang opgegeven. Je kunt best stellen, las ik deze week nog in de Mémoires: 50 ans de réflexion politique (1983) van Raymond Aron, dat er een Joods volk bestaat, maar dan gebruik je die term volk wel in een zin, die het verder nooit heeft. In wat wel de diaspora heet - al sinds het ontstaan de normale toestand overigens -, kan jodendom een religieuze en een culturele identiteit hebben. Maar kan dat wel in een staat die zichzelf Joods noemt? Ik vermoed dat het jodendom in Israël een veel krachtiger presentie zou kennen als het de grootse variant was binnen een staat met onder meer een joodse, islamitische, christelijke en seculiere gemeenschap. Maar ik ga daar niet over. Ik vermoed alleen maar dat het een richting is waar veel Israëli’s zelf voor gaan kiezen. Ik weet best dat je op dit moment sterke tegengestelde tendensen ziet, maar meer dan laatste stuiptrekkingen lijken me dat niet. En ik besef ook dat elke moderne staat die uit geheel verschillende identiteiten bestaat, het bij voorbaat moeilijk heeft.

Het is ook niet zo gemakkelijk om je alles direct voor te stellen. Hoe zou die ene staat moeten heten? Palestina? Of zou het gewoon Israël blijven? Zullen Israëlische Palestijnen op een bepaald moment in alle opzichten gelijke rechten eisen? Hoe zullen de Palestijnen in Jeruzalem, Judea en Samaria in die ene staat worden opgenomen? Geen idee. Denk alleen maar aan de vraag wie er in het leger gaat. Maar toch is dit in feite de enige logische consequentie van de huidige gang van zaken.

-Ach, misschien is mijn verhaal al te simpel. Maar, dat vond ik in feite zowel het meest grappige als verbijsterende van de documenten, ook de onderhandelingen worden soms heel simpel gevoerd. Elke keer begint men weer helemaal van voren af aan en moet er eerst gebakkeleid worden over zoiets basaals of de grens van 1967 nog iets te zeggen heeft. Elke Amerikaanse regering begint ook weer van voren af aan. Het is allemaal van een ongelooflijke treurigheid.

Is mijn verhaal cynisch? Nee, dat geloof ik ook niet. Het lijkt me vooral realistisch, al geef ik onmiddellijk toe dat ik de toekomst ook niet kan voorzien en dat het allemaal heel anders kan en zal gaan. Toch zou het kunnen lijken dat ik ineens een heel ander perspectief kies dan vorig jaar toen ik in de NRC een keer een verhaal schreef over de reacties die een brief van de Protestantse Kerk in Nederland had opgeroepen. Daarin ondersteunde ik immers het juridische perspectief van die brief. Dat klopt. Die juridische norm lijkt me volop geldig. Ik ging slechts in tegen de ideologische flauwekul van het Simon Wiesenthal Center in Los Angeles, dat meende daar tegen te keer te moeten gaan. De PKN had gewoon zakelijk gelijk en daar ging het me dan ook om, om die zakelijke constatering, maar ik geloof geen moment dat de brief in Jeruzalem meer indruk heeft gemaakt dan de gemiddelde reclamefolder op mij: die verdwijnt ongelezen bij het oud papier. En op dezelfde wijze heb ik de neiging om in het geweer te komen als ideologen menen te moeten stellen dat het zogenaamde Kairos-document ‘niet vreedzaam’ is. Dat is zulke onredelijke propaganda dat Israel er alleen maar door geschaad wordt. Maar dat het om een nogal wollig document gaat, dat zie ik ook best.

Degenen die morele en juridische bezwaren opperen tegen de landjepik door Israël, hebben vaak gelijk. Maar wat koop je ervoor als er toch weinig meer tegen te beginnen valt? Van de Verenigde Staten hoeft men niets te verwachten. Door het kiesstelsel – elke afgevaardigde moet een meerderheid halen – wordt elke mening die daar de mainstream raakt, in feite omgezet tot een grote meerderheid. Dat betekent: acceptatie en ondersteuning van de Israëlische politiek. Voor de Palestijnen kan men alleen hopen dat ze er uiteindelijk zo gunstig mogelijk uitkomen. Veel spannender is in feite hoe de ideologische ontwikkeling in de Israëlische samenleving zal verlopen. Wanneer komt de merkwaardige combinatie van ideologische bevangenheid en cynisme ten einde? Dat valt niet te voorspellen. Duidelijk is alleen dat zoveel ongeloofwaardigheid niet eindeloos vol te houden valt.

En verder? Alles kan anders lopen. Wat gebeurt er in de Arabische wereld? We staan op het punt dat er in Egypte en elders zich grote wijzigingen zouden kunnen voltrekken. Komt er een omwenteling in Syrië? Heeft Israël dan nog steeds een kans om alsnog vrede te sluiten? En zo kan men alle landen in de nabije en verdere regio langsgaan. Israël gedraagt zich nu al een paar decennia of het zich nergens iets van aan hoeft te trekken. Het land is heer en meester in de regio. Tegelijk hebben de laatste oorlogen – als het om de Palestijnen in Gaza gaat, die hier verder buiten beschouwing zijn gebleven , is er wel echt oorlog gevoerd, zij het ook daar zeer ongelijkwaardig – niet veel opgeleverd en een fundamentele zwakte laten zien. Niet geheel onbegrijpelijk voelt het land zich tegelijk ook altijd nog bedreigd. Bij alle machtsvertoon is het ook klein en kwetsbaar. Het is goed ook dat te blijven bedenken.

-Tot slot nog een enkele opmerking. Ik ben niet helemaal zeker van dit verhaal. Als dat zo uitkwam, heb ik een fors terloops oordeel niet geschuwd, maar daar gaat het hier dus niet om, zoals elke goede verstaander zal beseffen. Heel veel achtergronden en verklaringen heb ik achterwege gelaten. Heel veel andere kanten van de medailles ook. De verleiding om een tegennuance te plaatsten heb ik vaak onderdrukt. Het ging me er hier om om zo helder mogelijk uiteen te zetten hoe de zaken er feitelijk voor staan en daarbij te laten zien hoe een dergelijke benadering zich verhoudt tot andere voor de hand liggende gezichtspunten. Het ging me vooral om het vinden van het juiste begripsmatige kader. Maar het is best mogelijk dat ik daarbij zelf ook de plank weer missla. Daar zou ik best een eerlijk oordeel over willen en dan gaat het meer over wat ik wel beweer, dan wat ik allemaal niet zeg. Dat er altijd meer te vertellen valt, daar ben ik me maar al te goed van bewust. Ik heb me ondertussen heel vaak ingehouden, om niet nog even ergens een historische uitweiding tussen te voegen.

De hoofdstelling is heel kort en eenvoudig. Vredesproces als denkmodel voert ons conceptueel op een dwaalweg. Vrede is niet het doel. Het gaat om land en macht, maar daarachter gaan natuurlijk allerlei menselijke verlangens schuil.

Jan Dirk Snel is filosoof. Dit artikel is eerder op zijn blog verschenen en met toestemming van Jan Dirk op Republiek Allochtonie geplaatst. Eerdere artikelen van Jan Dirk Snel op Republiek Allochtonie leest u hier


Meer over israel, jan dirk snel, palestina, palestine papers, vredesproces.

Delen:

Reacties


Likoed Nederland - 27/01/2011 23:31

Inderdaad, zo simpel is het. Israel wil 7% (met compensatie elders), als uitvloeisel van resolutie 242 die Israel veilige grenzen toe kent in ruil voor terugtrekking.

Een redelijk voorstel, door toenmalig president Clinton geformuleerd, dat dus al sinds 2000 op tafel ligt. Maar tot op heden door de Palestijnen keer op keer verworpen.

Met als belangrijkste reden dat de Palestijnse leiders hun eigen mensen de waarheid niet durven vertellen en niet voorbereiden op vrede.
Zie: 'de zeven drempels voor vrede'
http://www.likud.nl/artik33.html