'Haatimams' aanpakken is onvoldoende om radicalisering te voorkomen

In opinie door Ewoud Butter op 25-08-2014 | 08:50

Het kabinet wil imams uit het buitenland die in Nederlandse moskeeën de terreurdaden van ISIS verheerlijken, tegenhouden of weg sturen. Ook Nederlandse 'haatimams' worden op de korrel genomen, zo kondigt minister Asscher (Sociale Zaken) aan in een interview met De Telegraaf.

Wat het kabinet wil doen om de voedingsbodem voor radicalisering aan te pakken, is (nog) niet duidelijk.

„Haatimams zullen we het werken moeilijk en waar het kan onmogelijk maken”, zegt hij in De Telegraaf. „Als een imam uit Syrië hier wil gaan preken en hij heeft daar geen vredelievende bedoeling mee, dan krijgt hij geen visum. Maar ook Nederlandse imams, mensen die hier zijn opgegroeid en die haat zaaien, zullen we het leven lastig maken.”

Het aanpakken van haatimams is volgens Asscher onderdeel van een groter plan van aanpak om radicalisering van Nederlandse moslimjongeren te voorkomen. Veel van die programma’s bestaan al, maar zijn de laatste jaren weg bezuinigd.

Het kabinet wil niet alleen met imams spreken, maar ook ’sleutelfiguren’ in de moslimgemeenschap trainingen om te voorkomen dat jongeren in de ban raken van gewelddadig moslimextremisme, zegt Asscher. Ook dergelijke trainingen hebben in het verleden plaats gevonden en zijn goed om radicalisering tijdig te signaleren. In Amsterdam bijvoorbeeld zijn veel professionals getraind. Wat het effect van deze trainingen is, is onvoldoende bekend. 

Voedingsbodem

Uit het verhaal in De Telegraaf blijkt niet om hoeveel 'haatimams' het gaat. Waarschijnlijk zijn het er niet veel. De meeste Nederlandse moskeebesturen hebben inmiddels vele malen aangegeven afstand te nemen van extremisme. Bovendien vindt radicalisering zelden in de moskee plaats, maar meestal daarbuiten.  

Belangrijker is dat het kabinet meer gaat doen tegen de voedingsbodem voor radicalisering, zoals ook Peter Knoope, directeur van het International Centre for Counter-Terrorism, onlangs nog adviseerde, Het weren van radicale imams kan een onderdeel van zo'n beleid zijn - al kan dat snel op gespannen voet staan met de vrijheid van meningsuiting. Verbieden levert meestal weinig op en het staat bovendien haaks op elementaire vrijheden. 

Het gaat er ook om jongeren weerbaarder te maken tegen ronselaars en tegen het vuil van radicale sites, om ze achter hun vodden te zitten en grenzen te stellen, om ouders, moskeeen en scholen erbij te betrekken, om discriminatie te voorkomen en als overheid ook op te treden tegen moslimhaat en, last but not least, om de enorme werkloosheid onder jongeren eindelijk eens aan te pakken.
Zo blijkt dat bijna 50% van de Marokkaanse jongeren in Amsterdam werkloos is. Werkloosheid is absoluut geen excuus om te radicaliseren, maar werkloosheid verlaagt wel de drempel. Hetzelfde geldt voor bijvoorbeeld discriminatie en moslimhaat.  

Ewoud Butter is hoofdredacteur van Republiek Allochtonie en doet onderzoek naar radicalisering. Hij heeft een eigen blog.


Wat links voor het kabinet:


En veel meer over radicalisering op dit blog hier

 Volg Republiek Allochtonië op twitter of like ons op facebook.  

 

Waardeert u ons vrijwilligerswerk? U kunt het laten blijken door ons te steunen.


 


Meer over asscher, ewoud butter, isis, jihad, kabinet, radicalisering.

Delen: