Het blijft gissen wat beste aanpak van radicalisering is

In opinie door Ewoud Butter op 13-10-2015 | 07:40

Radicale jongeren zullen een ideologisch weerwoord moeten krijgen. Wat daarbij de effectiefste methode is, is nog niet bekend. Maar duidelijk is dat vooral mensen uit de directe omgeving van deze jongeren een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan hun deradicalisering. Dat schrijft Ewoud Butter.

Yasser was gestopt met zijn studie, hij had het ouderlijk huis verlaten na een grote ruzie met zijn vader en was ontslagen als pizzakoerier omdat hij te vaak stoned was. Yasser was boos op de hele wereld en vond steun bij gelovige vrienden van zijn oudere broer. Hij kickte af en ging zich in het geloof verdiepen. Ten tijde van de operatie Gegoten Lood van het Israëlische leger in 2009 radicaliseerde Yasser in enkele weken. Hij ging op zoek naar een wapen en was klaar voor gewelddadige acties.

Dat gebeurde niet. Zusjes en nichtjes van Yasser grepen in. Ze spraken vele uren met hem, hielpen hem met sollicitatiebrieven, regelden een andere kamer voor hem en op het huwelijksfeest van een neef, liep Yasser zijn huidige vrouw tegen het lijf. Inmiddels heeft hij een goede baan, twee kinderen en studeert hij in de avonduren. Hij kan zich nog steeds druk maken over de situatie in het Midden-Oosten, maar hij verwerpt nu iedere vorm van geweld. Net als bij criminele jongeren het geval is, hielpen Werk, een Woning en een Wijf (of 'Wederhelft') Yasser bij zijn deradicalisering.

Ik heb meerdere jongens als Yasser ontmoet. Allemaal met hun eigen verhaal. Overeenkomst is dat ze radicaliseerden onder invloed van mensen uit hun directe omgeving en deradicaliseerden dankzij anderen (vaak vrienden, broers of zussen) uit hun directe omgeving. De overheid, het onderwijs, professionals of de imam speelden hierbij geen enkele rol. Het gebeurde zonder projecten, zonder antiradicaliseringsexperts en zonder een cent subsidie. De effectieve deradicalisering van Yasser zal dan ook niet worden opgenomen in overzichten met effectieve interventies, omdat daarin doorgaans alleen interventies staan waaraan publiek geld is uitgegeven.

Honger naar effectieve methoden

Toch bestaat er een grote honger bij (lokale) overheden naar kennis over radicalisering en effectieve methoden om te deradicaliseren. De overheid wil immers alles doen en gedaan hebben om radicalisering en de mogelijk bloedige gevolgen daarvan te voorkomen.

Dat is lastig, omdat we in de praktijk nog maar weinig kennis over radicalisering hebben, er weinig methoden goed zijn geëvalueerd en dus ook nog niet goed weten wat effectief tegen radicalisering werkt.

Uit het onderzoek dat tot nu toe is gedaan blijkt vooral dat er vele wegen zijn die naar radicalisering leiden. Verklarende termen die vaak vallen zijn "vervreemding", "identiteit" en "isolement". Gevoelens van ervaren onrechtvaardigheid kunnen bijdragen aan radicalisering, net als sterke identificatie met personen of groepen waarvan men vindt dat ze worden achtergesteld of bedreigd. Dat soort gevoelens kunnen worden versterkt door beeldvorming in de media of de internationale (politieke) situatie.

Radicalen voelen zich bedreigd en hebben de neiging die dreiging uit te vergroten, ze verwerpen de bestaande wereldorde, hebben een utopisch beeld van een betere wereld en hebben het idee tot een uitverkoren groep te behoren die deze betere wereld, desnoods met geweld, kan verwezenlijken.

Ideologie?

Een ideologie, een religie of sterk nationalistische gevoelens bieden hierbij kaders. Hoe radicaler, hoe minder ruimte er voor twijfel is en hoe scherper en onwrikbaarder er een wereldbeeld ontstaat met een kraakhelder beeld van "goed" en "fout" en van "helden" en "vijanden".

De laatste decennia, vooral sinds 11 september 2001, is er sprake van een enorme opmars van terroristen voor wie de islam de belangrijkste inspiratiebron voor geweld is. Dat leidt tot de onvermijdelijke discussie over de vraag in hoeverre de islamitische bronnen dergelijk terroristisch geweld rechtvaardigen. In het antiradicaliseringsbeleid leidt dat onder andere tot steeds meer aandacht voor een counter narrative, een ideologisch weerwoord.

Maurits Berger

Maurits Berger, hoogleraar Islam in het Westen aan de Universiteit van Leiden, schreef in februari in de NRC dat hij drie mogelijke reacties op de aantrekkingskracht van de radicale islam ziet. In de eerste variant, die door de PVV wordt aangehangen, is de islam sowieso geen religie, maar een ideologie die integraal bestreden moet worden. Behalve dat dit al snel in strijd is met de Grondwet en internationale verdragen, is het volgens Berger ook niet effectief.

In de tweede variant wordt de rechtsstaat opgevoerd als dat wat ons allen bindt. Volgens Berger heeft onderzoek uitgewezen dat moslims in Europa de rechtsstaat weliswaar omarmen, maar dat ze tegelijkertijd menen dat ze ervan worden uitgesloten. Veel moslims ervaren, terecht of onterecht, dat er met twee maten wordt gemeten: de vrijheid van meningsuiting geldt voor iedereen, maar niet voor hen, net zo min als de vrijheid van religie en het gelijkheidsbeginsel. Dáár zit volgens Berger juist de bron van radicalisering.

Berger ziet het meeste heil in een derde variant waarin de antwoorden op de radicale islam worden gezocht in de islam zelf. En dan luiden de vragen die moslims zichzelf moeten stellen, volgens Berger: "Welke visies biedt de islam op een samenleving die past in de Nederlandse context? Als islam inderdaad een religie is van rechtvaardigheid, vrede en tolerantie, zoals moslims keer op keer benadrukken, hoe vertaalt dat zich dan naar de Nederlandse samenleving?"

Moslims zullen volgens Berger moeten leren omgaan met de duistere kanten van hun geloof en jonge moslims zullen zich moeten gaan verdiepen in de breedheid van hun islam als een levende religie met vele denkers.

David Kenning

De Britse psychoanalist en terrorismedeskundige David Kenning, adviseur van de gemeente Amsterdam, vindt juist dat er te veel aandacht wordt besteed aan de ideologische drijfveren van geradicaliseerden. Een discussie met jihadisten over de juiste interpretatie van het geloof heeft volgens Kenning evenveel zin als een Feyenoord-fan wijs te maken dat Ajax de betere club is.

Jongeren die voor de jihad kiezen worden volgens hem niet gegrepen door de ideologie. Het werkt juist andersom: ze grijpen de ideologie aan als oplossing voor interne conflicten. De ideologie is een paspoort dat diverse zaken mogelijk maakt.

Volgens Kenning zijn de aanslagen van 11 september te veel geplaatst in een frame van botsende beschavingen. "Het is belangrijker dat we de psychologische gesteldheid van de jihadisten begrijpen, dan dat we ons blindstaren op de radicale islam", stelt hij in de NRC van 21 september. De nadruk op de islam zal volgens hem jihadisten in de kaart spelen, tot toenemende islamofobie leiden en een recept zijn voor heftigere confrontaties.

Kenning kan ter onderbouwing van zijn verhaal deels verwijzen naar ander onderzoek. Zo bleek dit jaar uit politiedossiers van 140 geradicaliseerde moslimjongeren dat minstens 60 procent van de Nederlanders die naar Syrië is vertrokken, psychische problemen had, voordat ze radicaliseerden. Eén op de vijf Syrië-gangers zou kampen met ernstige gedragsproblemen of heeft een officieel vastgestelde stoornis. Volgens de onderzoekers van de politiedossiers is het een grote misvatting om te denken dat Syrië-gangers intelligente mensen zijn die worden gedreven door ideologie. Eerder bleek uit ook onderzoek van de Britse geheime dienst MI5 dat de meesten van de door hen onderzochte moslimextremisten op religieus vlak nog beginnelingen zijn en weinig religieuze kennis van de islam hebben. De AIVD concludeerde in haar jaarverslag 2014 ongeveer hetzelfde.

Toch zou het onterecht zijn het ideologische aspect (religie) geheel te negeren. Er zijn genoeg jongeren die ondanks een baan, een huis, een stabiele relatie en in goede psychische conditie naar Syrië gingen. Uit verhalen van ge(de)radicaliseerde jongeren die ik in de loop der jaren heb gesproken en  ook uit gesprekken die ik had met achtergebleven familieleden, bleek geregeld dat religie wel degelijk een rol speelde. Ouders vragen tijdens voorlichtingsbijeenkomsten met regelmaat wat vooor religieus weerwoord ze hun kinderen moeten geven.  

Wat de effectiefste methode is, is nog niet bekend, maar net als bij Yasser het geval was, zullen het vooral mensen uit de directe omgeving van de radicale jongeren zijn die de belangrijkste bijdrage kunnen leveren aan hun deradicalisering.

Ewoud Butter deed onderzoek naar radicalisering en begeleidde diverse projecten op dit terrein in Noord-Holland. Hij is hoofdredacteur van Republiek Allochtonië. Samen met Roemer van Oordt is Ewoud redacteur van de website Polderislam, waarop achtergrondinformatie wordt geboden over de wijze waarop de islam in Nederland zich georganiseerd heeft. Ook is er aandacht voor radicalisering. Volg Ewoud op Twitter: @ewoudbutter

Meer over radicalisering op Republiek Allochtonië hier

 

Volg Republiek Allochtonië op twitter of like ons op facebook.  

Waardeert u ons werk? U kunt het laten blijken door een bijdrage over te maken op rekeningnummer NL12INGB0006026026 ten name van de stichting Allochtonenweblog te Amsterdam. Met een donatie van 5 euro zijn we al blij. Meer mag ook!  


 


Meer over effectieve interventies, ewoud butter, radicalisering.

Delen: