Hoezo identiteit?!

In opinie door Hanneke Gelderblom-Lankhout op 08-03-2018 | 08:36

De laatste weken lees en hoor je bijna niets anders dan het gekakel en gekrakeel over al die nieuwe identiteitspartijen die deelnemen aan de komende gemeenteraadsverkiezingen. Dit soort partijen beroepen zich allemaal op de diversiteit van de samenleving en zeggen er te zijn om voor hun specifieke doelgroep op te komen. Maar zij hebben één gemene deler: ze schijnen een begrip als ‘algemeen belang’ niet te kennen. Dat betoogt Hanneke Gelderblom.

In Amsterdam staan partijen als BIJ1 voor homoseksuelen, Ubuntu Connected Front voor Caribische Nederlanders, CarryOnTheMove voor invaliden en DENK voor moslims op het stembiljet. Maar ook in Den Haag en Rotterdam doen dergelijke partijen mee. Kijk bijvoorbeeld naar de Haagse moslimpartijen NIDA, Islam Democraten en Partij van de Eenheid. Vlak daarbij de ouderenpartijen en de zogenaamde stadspartijen niet ook uit; daarvan hebben we er in Den Haag nu al drie.

Al deze identiteitspartijtjes beroepen zich op de diversiteit van de samenleving en zeggen er te zijn om voor hun specifieke doelgroep op te komen. Maar zij hebben één gemene deler: ze schijnen een begrip als ‘algemeen belang’ niet te kennen. In een democratie moet samenwerken lonen, maar behalve dat deze partijen allemaal zeggen voor samenwerking te zijn, zie ik nergens hoe zij dat willen gaan doen. In tegendeel. Ze vechten elkaar de tent uit, blokkeren elkaar op de sociale media en meer van dat fraais. Gewoon naar elkaar luisteren en elkaars argumenten wegen is er niet meer bij.

Het niet willen denken, niet willen handelen en niet in het belang van de hele samenleving afwegen, dat is niet iets van vandaag de dag. In de jaren zeventig zat ik in de Haagse gemeenteraad. Ik was een jonge moeder van twee kinderen en ben in 1970 totaal onverwacht de raad ingerold. Als raadslid kom je in het debat op voor je standpunt, maar daarnaast zoek je naar meerderheden en sluit je compromissen. Dat doe je in het kader dat ‘het algemeen belang’ heet.

Ook toen waren er partijen die zeiden op te komen voor specifieke doelgroepen. Ik herinner me nog een heftige woordenwisseling die ik had met de fractievoorzitter van de PvdA-fractie - in die jaren een grote coalitiefractie met drie wethouders in het college. Bij de begrotingsbehandeling interrumpeerde hij mij en zei hij dat ‘het algemeen belang niet bestaat’. Ik was verrast. ‘Je hoort op te komen voor jouw specifieke doelgroep”, beet hij mij toe. Toen waren bij de PvdA de rode veren nog niet afgeschud en stond het belang voor hun ‘arbeidersklasse’ voorop.

Als ik nu naar de situatie in mijn eigen gemeente Den Haag kijk, dan voorspel ik weinig goeds. We stevenen hier - maar ook in vele andere gemeenten - af op een doemscenario van nog verdergaande versplintering. Momenteel telt de Haagse gemeenteraad (in totaal 45 zetels) al zestien fracties, waaronder zeven fracties met slechts één zetel.

De gemeenteraad moet over nog meer dossiers dan vroeger beslissingen nemen, want het Rijk heeft aan de gemeenten een groot aantal taken met budget toebedeeld. Raadsleden werden en worden geacht mee te denken, en bovenal het college van burgemeester en wethouders te controleren. Gezien de smalle marge waarop het Haagse college vaak rust, zijn de gemeenteraadsleden van de collegepartijen in hoofdzaak bezig om hun wethouder te beschermen en in het zadel te houden.

Deze situatie resulteert in een oppositie die bijna tegen alles is en denkt daarmee de burgers van de Hofstad te dienen. Een enkel leuk idee over de aanleg van een fietspad komt er nog wel doorheen. Echter, het werkelijk controleren en kritisch beoordelen van grote infrastructurele werken of het cultuurcomplex aan het Spui is er niet meer bij. Besturen en controleren wordt vrijwel onmogelijk wanneer er nog meer van die kleine identiteitspartijtjes met één zetel in de gemeenteraad komen.

Het gevolg zal zijn dat de ambtenaren, ook wel de vierde macht genaamd, de stad in feite besturen. Wethouders zijn immers met handen en voeten aan hun ambtelijke staf gebonden. Bovendien wordt vaak dan ook nog geheimhouding geëist, waardoor de ambtenaren niet controleerbaar zijn; noch voor de burgers noch voor degenen die namens die burgers gekozen zijn.

Wie is er straks dan verantwoordelijk? Over de controle op gemeenteraadsniveau maak ik mij sowieso zorgen, want er zijn er nauwelijks nog journalisten die de politiek op lokaal niveau van nabij volgen en verslaan. Tevens is lokale onderzoeksjournalistiek helaas in geen velden of wegen te bespeuren.

Je kunt natuurlijk de stemwijzer gaan lezen, maar mijn advies voor 21 maart is: stem op partijen die niet alleen zeggen verbinding te zoeken, maar hebben bewezen en ook nu laten zien dat zij werkelijk samenwerken. Mijn advies geldt ook voor de Joodse kiezers, die gelukkig bij deze gemeenteraadsverkiezingen de keuze voor een klein Joods identiteitspartijtje niet hoeven te maken.


Hanneke Gelderblom-Lankhout is oud-Senator voor D66 en vertegenwoordigt het Nederlands Verbond voor Progressief Jodendom in het OJCM (landelijke Overleg Joden, Christenen en Moslims, voorheen Cairo-overleg). Meer van Hanneke Gelderblom op Republiek Allochtonië: hier. Dit artikel verscheen eerder op Jonet 

 

Lees ook: Identiteitspolitiek?, een blog van Fatima

 

Meer over de gemeeteraadsverkiezingen: #gr2018


Waardeert u ons werk? U kunt Republiek Allochtonië steunen en een klein (of groot) bedrag doneren (nu ook via I-deal)

 

 


Meer over #gr2018, identiteispartijen, identiteitspolitiek, indentiteit.

Delen: