Liever geen Fatima

In opinie op 29-10-2015 | 08:54

Werkgevers hebben liever een autochtone werknemer. Niet omdat ze willen discrimineren, maar omdat ze nu eenmaal liever iemand aannemen die op hen lijkt. 'We discrimineren allemaal’, zegt Rik Ringers, HR-adviseur bij een veiligheidsregio en lid van de Codecommissie van de Nederlandse Vereniging voor Personeelsmanagement en Organisatieontwikkeling (NVP).

Uit onderzoeken blijkt steeds opnieuw dat vooroordelen een grote rol spelen bij sollicitatieprocedures. Zo verscheen afgelopen zomer het rapport Op afkomst afgewezen van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP). In opdracht van de gemeente Den Haag deed het SCP onderzoek naar discriminatie op de arbeidsmarkt in de regio Haaglanden. Sollicitanten worden afgewezen vanwege hun etnische achtergrond, was de uitkomst. Werkgevers hebben meer interesse in autochtone sollicitanten dan in sollicitanten met een Marokkaanse of Surinaams-Hindoestaanse achtergrond met vergelijkbare kwalificaties. Autochtone sollicitanten hadden 34 procent kans op een uitnodiging voor een sollicitatiegesprek, Surinaams-Hindoestaanse sollicitanten 23 procent en Marokkaanse sollicitanten 19 procent. De sollicitanten in het onderzoek waren fictief en gelijkwaardig. Ze verschilden alleen in etnische achtergrond. Dat bleek uit de naam in de brief en op het cv.

Lees verder bij Binnenlands Bestuur
Foto: DimitrideF


Lees ook: discriminatie op de arbeidsmarkt is sluimerend gif

 

Alle artikelen over discriminatie vindt u hier,

 


Volg Republiek Allochtonië op
twitter of like ons op facebook.  

 

Waardeert u ons werk? U kunt het laten blijken door een bijdrage over te maken op rekeningnummer NL12INGB0006026026 ten name van de stichting Allochtonenweblog te Amsterdam. Met een donatie van 5 euro zijn we al blij. Meer mag ook!  

 


Meer over arbeidsmarkt, discriminatie.

Delen:

Reacties


John Dubbelboer - 31/10/2015 21:18

Personeelsfunctionarissen zouden kandidaten kiezen die op hen lijken en dat klinkt plausibel maar het probleem zit 'm meer in de werking van "teams". In de publieke en semi-publieke sector tref je vaak een hoge concentratie aan van jonge Nederlandse vrouwelijke parttimers en die gaan nu eenmaal voor sfeer en gezelligheid. Mannen, ouderen en allochtonen komen daar moeilijk tussen. In Nederland wordt de uitsluiting op het werk gelegitimeerd door de gedachte dat de "hechtheid van het "team" bepalend is voor prestaties. De hechtheid van een team is uiteindelijk onderbuik. De onderbuik is belangrijk bij de keuze van je huwelijkspartner maar niet bij de keuze van collega's op het werk. In Duitsland en Frankrijk krijgt de kandidaat met de beste papieren de baan en niet degene met wie het zo lekker lachen lijkt.
Hetzelfde verhaal kun je overigens vertellen over werkplekken waar mannen met hun handen werken. Veel allochtonen kunnen moeilijk wennen aan de geintjescultuur. Je zou kunnen zeggen dat die zich maar moeten aanpassen maar Nederland zou vooral moeten aanpassen aan de werkcultuur die in andere Europese landen normaal is.