Maak een vuist tegen discriminatie op de arbeidsmarkt

In opinie op 12-02-2014 | 10:40

Tekst: Aissa Zanzen

Vorige week werd bekend dat een uitzendbureau de Zeeuwse Leila weigerde, omdat ze een hoofddoekje draagt. Dit is kenmerkend voor de discriminatie die nog steeds op de arbeidsmarkt plaats vindt. In Amsterdam is die heel duidelijk. De werkloosheid in onze hoofdstad is 10%, de jeugdwerkloosheid 20% en de werkloosheid onder Amsterdams-allochtone jongeren maar liefst 40%! Dit is een dreigende ramp, ik lig hier wakker van. Want als actieve Marokkaanse Amsterdammer ken ik de wereld achter de cijfers, zegt Aissa Zanzen, kandidaat-gemeenteraadlid voor de PvdA in Amsterdam.

Als bestuurder van Het Samenwerkingsverband van Marokkaanse Nederlanders (SMN) en als Amsterdammer spreek ik dagelijks wanhopige jongeren met mooie c.v’s. Ze hebben op hun hogeschool of universiteit alles uit de kast gehaald om de kansen te grijpen die hun ouders niet hadden. Ondanks hun vooruitgang krijgen veel van deze diplomabezitters afwijzing op afwijzing. Zelfs als ze bereid zijn onder hun niveau te werken. Alsof dat niet demotiverend genoeg is, moeten ze daarnaast aanzien dat veel van hun autochtone studiegenoten vaker voor sollicitatiegesprekken uitgenodigd worden en eerder een baan krijgen. Hoeveel tweedeling in één generatie kan een stad als Amsterdam verdragen?

Wij zijn altijd een stad geweest die opkomt voor iedereen. Terecht staan wij als Amsterdammers op tegen discriminatie van Joden en homo’s, wij hebben daar een mooie en lange traditie in. Een traditie waar wij bij het Samenwerkingsverband van Marokkaanse Nederlanders nu ruim acht jaar trots aan meewerken. Om te zorgen dat ook in moskeeën, moslims elkaar eraan herinneren dat alle mensen gelijk zijn, of diegene nou een keppeltje of een hoofddoekje draagt.

Laten wij als Amsterdammers daarom tegen discriminatie op de arbeidsmarkt een vuist maken. Zodat al onze Amsterdamse jongeren, ook de groep van allochtone jongeren die nu vaak gediscrimineerd worden, dezelfde kansen krijgen. Dat zijn we niet alleen aan onze traditie verplicht, het is ook goed voor de stad. Want niet alleen beschikken zij over specifieke kennis van codes en keuzes van allochtone gemeenschappen die Amsterdam rijk is, maar kunnen ze ook de voortrekkersrol blijven vervullen die grotere delen van hun gemeenschappen emanciperen.

De vele afwijzingen die nu aan het orde van de dag zijn, zijn ondermijnend voor deze nieuwe generatie veelbelovende allochtone jongeren; zij hebben zoveel achterstanden en beperkingen overwonnen en als het er op aankomt, tellen ze toch niet mee. Wat een prachtig voorbeeld zouden ze kunnen worden voor de scholieren van nu, als die voor hun neus kunnen zien gebeuren hoe hun grote zussen en neven teammanager zijn geworden op hun school, of accountant bij een gerenommeerd bedrijf. Het zou een inspiratie zijn om ook door te blijven zetten, nooit op te geven, vrijwilligerswerk te zoeken, als stagiair aan de slag te gaan of stappen te zetten tot eigen ondernemerschap – alles en alles te doen, behalve thuis te zitten.

Pieter Hilhorst en Andree van Es doen dat door starterstages te introduceren, waarbij jongeren zelf een werkgever zoeken voor hun stage, terwijl de gemeente een deel betaalt van de stagevergoeding en werkgeverslasten. Ik roep alle banenzoekers op hier gebruik van te maken. En ik roep alle werkgevers op om het goede voorbeeld te volgen van Erik Gerritsen bij Bureau Jeugdzorg, die onlangs publiekelijk werkplekken aankondigde voor hoger geschoolden.

Niet alle allochtone jongeren gaan natuurlijk naar de hogeschool en universiteit. Heel veel jongeren, allochtoon of autochtoon, zijn veel beter met hun handen. En laten wij dus ook het vakwerk voor de maakindustrie herwaarderen. De technische opleidingen geven in deze tijd nu eenmaal meer perspectief op werk dan de onder allochtone jongeren zo populaire ‘schone’ studies, zoals de bestuurlijke en administratieve studies. Daar wil ik actief de discussie over aan gaan, de gemeente zou daarbij kunnen helpen. Quota gaan niet helpen, maar openbaarheid wel. Bijvoorbeeld door overheidsorganisaties en bedrijven te verzoeken publiek te maken hoeveel werknemers van allochtone herkomst zij nu na al die jaren in dienst hebben genomen.

Daarnaast is er ook voor alle Amsterdammers een taak weggelegd. De Joodse gemeenschap en homoseksuelen prijzen zich terecht gelukkig dat na jarenlange emancipatie ook Amsterdammers buiten hun gemeenschappen opstaan tegen discriminatie. Laten wij als Amsterdammers ook publiekelijk tonen dat we tegen alle vormen van discriminatie zijn, dat we alle mensen beoordelen op hun inzet, bijdrage en talenten. Zodat wij als Amsterdammers met ons allen voorkomen dat een nieuwe generatie verloren gaat
.
Aissa Zanzen is kandidaat-gemeenteraadslid voor de PvdA.

Meer van en over Aissa Zanzen op dit blog: hier

Over de zaak Leila Kallal: hier en over discriminatie op de arbeidsmarkt: hier

Volg Republiek Allochtonië op
twitter of like ons op facebook.  Waardeert u ons vrijwilligerswerk? U kunt het laten blijken door ons te steunen


 


Meer over aissa zanzen, allochtone jongeren, amsterdam, arbeidsmarkt, discriminatie, gemeenteraad, hoogopgeleid, jeugdwerkloosheid, leila kallal, werkloosheid.

Delen:

Reacties


Hans van den Broek - 15/02/2014 10:19

Waarom is het discriminatie als een werkgever het dragen van eigenaardige kleding ongewenst vindt? Als bijvoorbeeld een politieagent of een buschauffeur geen uniform wil dragen dan wordt hij ook niet aangenomen. Men dient zich aan te passen aan de werkomgeving of ander werk te zoeken.
In mijn ogen zijn er alleen maar foute redenen om een hoofddoek te willen dragen, dus dat het hier en daar als ongewenst wordt gezien verbaast mij niets, te meer als het, zoals hier het geval lijkt, als provocatie bedoeld is.

Wie zich aan vermeende religieuze voorschriften wil houden moet dat zelf weten, maar men moet wel beseffen dat men zich beperkingen oplegt. Om dan direct maar over discriminatie te beginnen wekt voornamelijk wrevel en zal als gevolg hebben dat zulke beschuldigingen steeds minder serieus worden genomen.