Meer scheef wonen, minder scheef lullen

In opinie door Zihni Özdil op 27-01-2012 | 08:09

Tekst: Zihni Özdil

We moeten door de semantische verkrachtingen van de politici heen prikken; in gemengde wijken wordt niet 'scheef gewoond', bezuinigingen en sociale afbraak zijn geen 'hervormingen', patiënten en studenten zijn geen 'klanten' en het in heel Rotterdam geldende samenscholingsverbod maakt het wonen in de stad juist niet 'leefbaar'. Dat schrijft Zihni Özdil.

Het kabinet Rutte heeft ook voor dit jaar een aantal “goede” voornemens; nog meer afvallen voor hen die al mager zijn en flink aankomen voor hen die al vetgespekt worden. Zo moeten kunst en cultuur en de bijstand – die samen amper 1,5 % van het BBP bedragen – nog meer inleveren. De villasubsidie voor rijke mensen alsook de via agentschappen en gesocialiseerde R&D uitgekeerde subsidies aan bedrijven kosten onvergelijkbaar meer geld. Maar daar mag uiteraard niet aan getornd worden. Sterker nog, de eerlijkste krant van Nederland berichtte allang geleden dat het vet dat van onderwijs en sociale zekerheid geschrapt wordt linea recta zal verdwijnen in de zakken van rijkelui in “topgebieden”; zoals tuinbouw, water en energie.

Het is begrijpelijk dat dit weinig aandacht heeft onder de gewone burger; Henk & Ingrid, Rachid & Fatima en – jawel die zijn er ook – Achmed & Annelies. Er zijn immers belangrijkere zaken waar we ons druk om dienen te maken. Zoals kopvodden, islamisering en straatterroristen. En nu ook een ander uiterst urgent probleem dat door het kabinet wordt aangesneden in 2012: bijstandstrekkers moeten Nederlands kunnen spreken, anders geen uitkering meer. Ik heb medelijden met de vele Achterhoekers en Twentse Tukkers die nu hun uitkering gaan kwijtraken omdat ze onverstaanbaar zijn.

Dit brengt mij op het volgende “goede voornemen” van het kabinet; bevorderen van de sociaaleconomische en etnische segregatie in Nederland. Uiteraard moet ook dit in eufemistische termen worden verpakt, anders is er het risico dat het kabinet eerlijk uitkomt voor de gevolgen van zijn beleid. Zo is het stimuleren van ruimtelijke segregatie omgedoopt tot “tegengaan van scheefwonen“. De huurtoeslag zal nog meer beperkt worden en mensen met een midden- of hoger inkomen kunnen nu al niet meer huren onder een bepaald bedrag. De sociaaleconomische segregatie zal hiermee nog meer toenemen; de midden- en hoge inkomens zullen uiteindelijk verdwijnen uit de armere wijken en de laagste inkomens worden gedwongen om nog meer samen te kluiten in probleemwijken. Dit heeft nog een belangrijk effect; omdat zogenaamde allochtonen relatief veel armer zijn zal de etnische segregatie ook toenemen. Kortom, door een mythe van scheefwonen te creëren voert het kabinet een soort verkapte klassen- en rassenscheiding door in de volkshuisvesting. Alle waarschuwingen van expertszoals de woningcorporaties en wetenschappersten spijt denkt het kabinet er niet aan om zijn “woonvisie” te wijzigen en wijst onterecht richting Brussel.

Rotterdam, de meest kleurrijke stad van Nederland, wordt al tien jaar lang meer “leefbaar” gemaakt door middel van onder andere segregatie bevorderend en collectief straffend beleid. De bekende Rotterdamwet legt bijvoorbeeld een verband tussen inkomen en veiligheid en sociale structuur. Mensen met een lager inkomen – ook in Rotterdam zijn dat vooral zogenaamde allochtonen – worden hiermee ernstig gestigmatiseerd. Uit onderzoek van ondermeer het Rotterdamse Centrum voor Onderzoek en Statistiek blijkt dat de Rotterdamwet geen gevolgen heeft gehad op de veiligheidssituatie, sociale index en de potentiele probleemcumulatie. Met andere woorden, er is geen verband tussen de bron van inkomsten van burgers in een bepaalde wijk en de leefbaarheid. En toch verandert het beleid niet.

De vastgoedsector krijgt al jarenlang allerlei lucratieve deals om wijken en winkelstraten meer “leefbaar” te maken. Wijken waar ooit sociale cohesie was, zoals Lombardijen en Vreewijk, zijn eerst expres verloederd waarna vervolgens het grote platgooien en bouwen van onbetaalbare woningen kon beginnen. Het ironische is dat de bewoners van deze wijken vaak de partijen die de belangen van de vastgoedsector dienen mede in het zadel hebben geholpen.

Er is veel te doen geweest om het zogeheten spreidingsbeleid dat zwarte scholen en -wijken tegen zou moeten gaan. Maar ook daar is er veel papieren eufemisme. Het “spreidingsbeleid” is in werkelijkheid bepaalde wijken ontoegankelijk maken voor “kansarmen” (lees: allochtonen). Uit verschillende onderzoeken blijkt dat de meeste autochtone Nederlanders liever geen allochtonen in de buurt of in de familie willen hebben, ongeacht hun opleidingsniveau. Witte basisscholen wringen zich zo in allerlei bochten om blank te blijven. Een bijstandsmoeder uit Crooswijk die haar kind naar een betere school 500 meter verderop in Kralingen wil sturen kan dat niet doen omdat er een postcodebeleid wordt gehanteerd; een ontransparante wachtlijst voor kinderen die niet uit de juiste postcode komen.

Behalve wat ik zou willen noemen “harde segregatie” is er ook de veel minder onderzochte “zachte segregatie”. Het is bekend uit vele onderzoeken dat harde ofwel ruimtelijke segregatie, dus etnische concentratie in wijken, zorgt voor minder interetnisch contact. Zachte, mentale segregatie kan echter ook plaatsvinden. Ik ben bijvoorbeeld opgegroeid in de destijds overwegend blanke arbeiderswijk Rotterdam-Lombardijen. Op papier was de familie Özdil niet gesegregeerd. Ik speelde met blanke kinderen op straat. Maar mijn ouders hadden nauwelijks contact met de autochtone buren in de portiek. Ze gingen op de koffie met de Turkse familie aan de overkant van de straat. En omgekeerd werd heel de portiek uitgenodigd wanneer een bewoner een feestje of een bruiloft had, behalve de familie Özdil.

Als Rotterdammers moeten wij ons in 2012 voornemen de “goede” voornemens van het kabinet tegen te gaan. We moeten ons inzetten voor zowel minder ruimtelijke als minder mentale segregatie. We moeten door de semantische verkrachtingen van de politici heen prikken; in gemengde wijken wordt niet “scheef gewoond”, bezuinigingen en sociale afbraak zijn geen “hervormingen”, patiënten en studenten zijn geen “klanten” en het in heel Rotterdam geldende samenscholingsverbod maakt het wonen in de stad juist niet “leefbaar”. Daarnaast is het belangrijk dat Henk, Achmed, Ingrid, Annelies en Winston eindelijk eens gaan beseffen dat ze niet elkaars vijanden maar de dupe van populistisch opportunisme zijn. Op zijn Rotterdams gezegd: er moet niet opgehouden worden met “scheef wonen” maar met scheef lullen!

Zihni Özdil is docent en promovendus maatschappijgeschiedenis aan de Erasmus Universiteit. Hij heeft een eigen weblog. Deze tekst heeft Zihni Özdil op vrijdag 20 januari in De Unie uitgesproken tijdens het lancerinsfeest van Vers Beton.Dit artikel is eerder verschenen op Vers Beton en in overleg met Zihni ook op Republiek Allochtonie geplaatst.

Eerder verscheen van Zihni Voor jonge Turken doet Nederland er niet toe

Meer artikelen over segregatie hier

 


Meer over integratie, interetnisch, scheefwonen, segregatie, zihni özdil.

Delen: