"Mensen bereik je met goede programma’s, niet met vertegenwoordigers van allerlei organisaties" (Hassnae Bouazza)

In opinie door Hassnae Bouazza op 05-09-2010 | 17:23

Het Commissariaat voor de Media heeft gesproken: de zendtijdmachtiging voor de Stichting Moslim Omroep Nederland (SMON) is ingetrokken en het Commissariaat gaat alle oorspronkelijke aanvragen voor zendtijd herzien.
Dit betekent dat het SMO (Stichting Moslim Omroep) van onder andere Diyanet (het Turkse presidium voor Godsdienstzaken en dus een buitenlands staatsorgaan), Milli Görus en de FION (Federatie Islamitische Organisaties Nederland van de omstreden Moslimbroeder Yahya Bouyafa) wederom kans maakt . Hun dwingende eisen en intimidatiepraktijken maakten de afgelopen jaren de minste poging tot journalistiek werk simpelweg onmogelijk en nu heeft het CvdM de deur weer wagenwijd opengezet voor hen.

Het waren de intimidatiepraktijken en het onderlinge geruzie tussen de organisaties die Lydia Bakker ertoe zetten de SMON op te richten die de taken vervolgens delegeerde aan omroep MON (Moslim Omroep Nederland) om zo journalistieke onafhankelijkheid te waarborgen. Mohammed Cheppih sloot zich met zijn Academica Islamica aan. Omroep OUMA werd geboren en daarna al heel snel ten grave gedragen. Het was een misgeboorte.

De rest is geschiedenis. Ondanks een sluitende delegatie-overeenkomst waarin staat dat partijen niet eenzijdig de samenwerking kunnen beëindigen en zij zich niet mogen bemoeien met het bestuur of de omroep, trok Cheppih zich terug, omdat hij het onder andere niet eens was met de aanstelling van interim-directeur Maurice Koopman. Een overeenkomst naleven en tweede viool spelen, bleek in de praktijk toch wat moeilijk vol te houden. Toen de SMON Cheppihs lijst met eisen niet inwilligde, blies hij de samenwerking op.

De verschillende moslimomroepen zijn steeds ten onder gegaan aan nepotisme en tribalisme en dat is nu niet anders. Bij de hoorzitting voor het Commissariaat voor de Media bleek dat Mohammed Cheppih alle beslissingen eigenhandig nam en dus geen overleg pleegde met zijn veronderstelde achterban.

Cheppih zelf ontkent bij hoog en laag dat hij de omroep wilde leiden of eigen belangen had, maar uit een interview met hem in de Emiratese krant The Nation, ontstaat een heel ander beeld: daarin staat dat de Poldermoskee van ‘imam Cheppih’ vanaf september begint met uitzendingen via de radio, televisie en internet. Kennelijk was het de bedoeling om van de omroep een verlengstuk van zijn Poldermoskee te maken.

Het absurde is dat het CvdM meteen in paniek raakte na Cheppihs terugtrekking. Alsof de Rolling Stones plots zonder Mick Jagger kwamen te zitten. Het CvdM is bovendien zo gefixeerd op een ‘grote achterban’, dat ze nu al twintig jaar lang organisaties dwingt samen te werken die simpelweg niet samen kúnnen werken. In de media bestaat het beeld van die altijd ruziënde moslims, maar het CvdM gaat ook niet vrijuit.

Vanwaar toch die allesoverheersende behoefte álle moslims te vertegenwoordigen? Waarom volstaat het niet om te werken met journalisten en radio- en programmamakers die eerst en vooral journalist zijn in plaats van liberaal, orthodox, Turks, Marokkaans, Surinaams, Soennitisch, Sjiïtisch, Alevitisch, Ahmadiyya, vastend of niet-vastend? Zodat je niet die achterban in de vorm van allerlei aasgierende en parasiterende organisaties aan je staart hebt hangen?

Enige troost is in ieder geval dat ook het blanke, niet-islamitische bolwerkje van het CvdM zich schuldig maakt aan amateuristisch cliëntelisme. Zijn het eens een keer niet alleen de moslims.

Als ik eerlijk ben, vind ik zendtijd voor religieuze groeperingen totale nonsens. Maar de mogelijkheid wordt geboden en is veel meer waard dan de voorkeuren van al die over het paard getilde ego’s. Het was natuurlijk afwachten geweest of de nieuwe omroep eens voorbij de buurthuisreportages en rijkelijk gevulde Ramadan-tafels was gekomen, en eindelijk eens het intellectuele debat zou zijn aangegaan met bijdragen van prominenten uit de islamitische wereld.

Want hoewel het een vorm van segregatie is, kan een moslimomroep prima emanciperend werken. Vooral omdat de redacties van de meeste omroepen overwegend blank zijn met hier en daar een excuusallochtoon. De blanke media belijden namelijk slechts met de mond multiculturaliteit. Daadwerkelijk ruimte vrijmaken voor onverwachte namen en buiten de gebaande paden treden, blijkt voor vele, zichzelf op de borst kloppende Gutmenschen, toch nog vele stappen te ver.

Een moslimomroep kan die leemte vullen. Mits het CvdM zich maar niet blind staart op die tweede en derde generatie die ze zo graag aan zich wil binden of de grootte van de achterban. Mensen bereik je met goede programma’s, niet met vertegenwoordigers van allerlei organisaties.

Hassnae Bouazza is journaliste. Dit stuk is ook verschenen op Frontaal Naakt en met Hassnae's toestemming ook geplaatst op Republiek Allochtonie. In het NRC verscheen een ingekorte versie.

Meer over de moslimomroepen in de categorie media

 


Meer over academica islamica, hassnae bouazza, islamitische omroep, mohammed cheppih, mon, moslimomroep, ouma, smon.

Delen: