Open brief van SMN aan deelnemers debat Marokkanenprobleem

In opinie op 04-04-2013 | 21:23

Het Samenwerkingsverband van Marokkaanse Nederlanders (SMN) heeft vandaag een brief gestuurd aan de leden van de Tweede Kamer die vanavond het zogenaamde 'Marokkanendebat' voeren.

Hieronder de brief.


Geachte woordvoerder,

Vanavond debatteert u over 'het Marokkanenprobleem'.

Hiervoor willen wij u de volgende overwegingen meegeven.

1. Afstand nemen

Het zal u niet verbazen dat wij uiterst verbolgen zijn dat een complex maatschappelijk verschijnsel nu als 'het Marokkanenprobleem' op de agenda van de Tweede Kamer staat. Die woordkeuze zet een hele bevolkingsgroep in de beklaagdenbank. Doet u eens de gedachtenoefening door het woord 'Marokkanen' te vervangen door dat van een andere bevolkingsgroep. Het schaamrood vliegt u ongetwijfeld op de kaken. Het openlijk leggen van een direct verband tussen etniciteit en overlast en criminaliteit is volgens ons niets minder dan discriminatie en daarmee strijdig met artikel 1 van de Grondwet.

Bedenk ook eens hoe deze ' framing' Marokkaanse Nederlanders zal raken. Hoe leg je Marokkaans-Nederlandse kinderen uit dat de groep waartoe zij behoren collectief als een probleem op de agenda van het Nederlandse parlement wordt gezet? Het valt te raden wat dit zal doen met hun besef van burgerschap, met hun gevoel 'erbij te horen'.

Wij verwachten dan ook dat u in niet mis te verstane woorden afstand van neemt van de zoveelste poging van de PVV om een maatschappelijk verschijnsel te 'marokkaniseren' (en in het kielzog daarvan te 'islamiseren') en een wig te drijven tussen bevolkingsgroepen.

2. Problemen van Marokkanen

Ook de framing dat er geen 'Marokkanen-probleem' bestaat maar wel 'problemen met Marokkanen' klinkt weliswaar minder negatief maar is minstens zo generaliserend. Laten we het hebben over het concrete probleem dat een minderheid van de Marokkaans-Nederlandse jongens voor problemen zorgt.

Bovendien zijn het ook problemen van Marokkaanse Nederlanders. Zij hebben er minstens zo veel last van als anderen. Dat geldt voor criminaliteit en overlast, maar ook voor schooluitval, werkloosheid en armoede. Ook daar is sprake van oververtegenwoordiging in de statistieken. Achter al die statistieken gaat een complexe werkelijkheid schuil. Dat vraagt om analyse. Statische verbanden zeggen op zich niet veel. Het is net als met het statistisch verband tussen de komst van ooievaars en geboorte van kinderen. Alleen een onwetende leidt daaruit af dat het eerste de oorzaak is van het laatste.

Er zijn dus gezamenlijke sociale problemen die in samenhang en met elkaar moeten worden aangepakt, ieder vanuit zijn verantwoordelijkheid.

3. Aanpak Marokkaans-Nederlandse risicojongeren

De oververtegenwoordiging van Marokkaans-Nederlandse jongeren in de statistieken van criminaliteit en overlast is geen nieuws. Om uw geheugen op te frissen: in de periode 2009-2012 is de Aanpak Marokkaans-Nederlandse risicojongeren uitgevoerd. Dat was o.a. gericht op het terugdringen van de oververtegenwoordiging van Marokkaans-Nederlandse jongeren in criminaliteit en overlast. Het lijkt ons niet meer dan logisch en voor het vinden van oplossingen efficiënt om de resultaten daarvan bij het debat te betrekken. Wat is van die Aanpak geleerd, wat is er bereikt, hoe is en wordt een en ander geborgd in het generieke beleid? Wij hebben u hierover in het kader van het VAO Integratieonderwerpen van 5 maart jl. per e-mail een aantal specifieke vragen gesteld.

4. Etnisch profileren

Er zijn aanwijzingen dat de statistieken over criminaliteit en overlast worden vertekend door selectiemechanismen in de politiepraktijk c.q. praktijken van etnisch profileren door de politie. Wij wijzen in dit verband het onderzoek ‘De controle van marsmannetjes en ander schorriemorrie’ (Lemma, 2012) Dit in opdracht van de politie Amsterdam-Amstelland uitgevoerde en op 11 oktober 2012 gepresenteerde onderzoek geeft een verontrustend beeld van de dagelijkse keuzes die politieagenten maken als zij tijdens hun werk personen controleren. De hoofdconclusie van het onderzoek is dat politieagenten zich baseren op onderbuikgevoelens, uiterlijke kenmerken en stereotype beelden van mogelijke verdachten. Dat geldt onder andere ten aanzien van met name jonge Marokkaanse Nederlanders. Zij worden, naast donkere mannen en Oost-Europeanen, eerder staande gehouden door de politie.

In een brief aan minister Opstelten d.d. 18 oktober 2012 hebben wij hiervoor aandacht gevraagd. Daar is tot voor kort geen antwoord op gekomen. Na een reminder van onze kant is er nu voor volgende week een ambtelijk overleg gepland.

Tot slot.

Wij hopen dat u in uw bijdrage aan het debat ook benadrukt dat Marokkaans-Nederlandse burgers een onvervreemdbaar onderdeel uitmaken van de Nederlandse samenleving, dat het met de meeste - ook de jongeren – relatief goed gaat en dat zij een belangrijke bijdrage leveren aan de welvaart en het welzijn van Nederland. Dat mag ook wel eens gezegd.

Wij wensen u een vruchtbaar debat toe.

Hoogachtend,

Aissa Zanzen,
Voorzitter SMN

Deze brief verscheen ook op de site van de SMN

Meer artikelen over het Marokkanenprobleem hier

 

Volg Republiek Allochtonië op twitter of like ons op facebook. Republiek Allochtonië (voorheen Allochtonenweblog) bestaat 7 jaar. Waardeert u ons werk? U kunt het laten blijken door ons te steunen.

 

 

 


Meer over aissa zanzen, debat, marokkanenprobleem.

Delen: