Stem op de AK-partij is reactie op ontwikkelingen in Nederland

In opinie door Froukje Santing op 07-07-2015 | 12:22

Waarom stemden zoveel Turkse Nederlanders, die in Nederland vaak op progressieve partijen stemmen, op de conservatieve AK-partij?

Een artikel van Froukje Santing en Floris Vermeulen.

De stemmen van de Turkse diaspora hebben de religieus-conservatieve AK-partij van president Tayyip Erdogan twee extra zetels opgeleverd bij de parlementsverkiezingen op 7 juni. Een flink aandeel daarvan komt voor rekening van de kiesgerechtigde Turken in Nederland. Met ruim 60 procent van de stemmen op de AK-partij scoorde Nederland het hoogst van alle andere West-Europese landen met grote Turkse gemeenschappen, zoals Duitsland, België en Oostenrijk.

De Groene Amsterdammer vatte de uitslag terecht samen onder de kop ´Nederlandse Turken stemmen voor de dictatuur´. Dit in tegenstelling tot in Turkije zelf waar de aanhang van de AK-partij tot 40 procent slonk. Hierdoor kan de partij, die al ruim tien jaar alleen regeert, haar plannen niet realiseren om de grondwet zodanig te wijzigen dat in een nieuw presidentieel systeem Erdogan als een sultan vanuit zijn praalpaleis in Ankara kan heersen.
Hoe is het mogelijk dat de Turkse president en zijn politieke vrienden, die het land de afgelopen tijd steeds meer in de richting van een dictatuur stuwden, op zoveel instemming van Turken in de Nederlandse diaspora kunnen rekenen? Lappen ze de democratie in Turkije aan hun laars, enkel en alleen om in hun land van herkomst een partij in het zadel te houden die hun conservatief- islamitische levensstijl in Nederland rechtvaardigt? Dus wat zegt de stembusuitslag over hun positie in Nederland?

Net als vorig jaar tijdens de presidentsverkiezingen hebben het Turkevi Research Centre en het Instituut voor Migratie en Etnische Studies (IMES) van de Universiteit van Amsterdam enquêtes afgenomen onder Turkse kiezers in Nederland. Wat uit het onderzoeksrapport, dat maandag is gepubliceerd, allereerst opvalt is het verband tussen partijkeuze en geslacht. Vrouwen stemden dit jaar significant vaker op de partij van Erdogan dan mannen. Daarnaast laat de exitpoll wederom een verband zien tussen opleidingsniveau en partijkeuze. Lager opgeleide stemmers kiezen vaker voor de AK-partij dan midden- en hoger opgeleide Turkse kiesgerechtigden in Nederland.

Het is frappant dat de islamitische normen en waarden die de AK-partij zegt te waarborgen, voor deze groep kiezers niet bepalend zijn tijdens West-Europese verkiezingen. Dan stemmen juist deze kiezers traditioneel op centrum-linkse partijen die staan voor progressieve waarden als gelijkheid tussen man en vrouw, en rechten voor homo’s en minderheden. Verworvenheden waar de partij van hun voorkeur in Turkije zich grotendeels tegen verzet. Tegelijkertijd blijkt uit de exitpoll dat dezelfde groep stemmers veel vertrouwen in het Turkse en weinig of zelfs geen vertrouwen heeft in het Nederlandse politieke systeem.

Maar wat deze stembusuitslag vooral aan de orde stelt, is de vraag waarom 28,6 procent van de Turks-Nederlandse jongeren met een HBO en WO opleiding die naar de stembus gingen de AK-partij verkiezen? Een belangrijk deel hiervan behoort tot de groeiende groep van succesvolle tweede en derde generatie Turken. Hoe kunnen juist zij stemmen op een partij waarvan de leider in de afgelopen jaren vooral in het nieuws kwam door antidemocratische uitspraken en maatregelen?

Voor een deel behartigt Erdogan ook hun belangen. Menigeen is minstens zo religieus en conservatief als hun ouders. Toch zijn er goede redenen aan te nemen dat de belangrijkste aantrekkingskracht niet specifiek ligt in haar conservatieve ideologie, maar eerder in de mate waarin Erdogan hen steunt biedt in hun worsteling succesvol te zijn in een samenleving die onverschillig of zelfs vijandig staat ten opzichte van hun achtergrond en wie zij zijn of denken te zijn.

Een stem op de AK-partij kan wel degelijk ook worden geïnterpreteerd als een reactie op de politieke en maatschappelijke ontwikkelingen in Nederland. Veel Turkse Nederlanders, in groeiende mate ook de jonge en beter opgeleiden, ervaren die als negatief. Dat vertaalt zich, aldus de exitpoll, in een hoge mate van wantrouwen ten opzichte van de Nederlandse politiek.

Die onverschilligheid en vijandigheid komt bijvoorbeeld duidelijk naar voren in de woorden van minister Asscher (Integratie) ten aanzien van Turkse organisaties/stromingen, maar in feite Turkse jongeren in het algemeen. De onderzoeken die hij in de afgelopen tijd heeft laten uitvoeren, lijken vooral bedoeld om te meten hoe orthodox, antisemitisch, fundamentalistisch en slecht geïntegreerd deze groep is. De uitkomsten worden vervolgens gebruikt om hen te dwingen om de band met het vaderland te laten vieren en onvoorwaardelijk voor de Nederlandse samenleving te kiezen.

En laat dat nu precies de crux van de huidige immigratie-ontwikkelingen zijn die politiek Nederland maar niet wil doorgronden. De nieuwe generatie van sociale stijgers onder immigranten doet op een geheel eigen wijze van zich spreken, zo blijkt uit recente studies. Ook als ze succesvol participeren in de Nederlandse samenleving, willen ze hun etnische identiteit naar voren brengen. Door de massamigratie was lange tijd enkel de lagere klasse aan een verandering onderhevig, inmiddels is ook de middenklasse in Nederland diverser geworden. Tegelijkertijd is Nederland voor hen het meest dominante, het meest complete, het meest gewone ‘thuis’.

Het onbegrip over hun hybride identiteit zal vooralsnog leiden tot een verdere verwijdering, segregatie en apathie onder deze groepen immigranten. Een deel zal mogelijk besluiten te vertrekken, maar het overgrote deel zal blijven en zich afzetten tegen de assimilatiepolitiek. En het protest daartegen zal ook conservatief van karakter zijn, zo laat de Turkse stembusuitslag in Nederland zien. De assimilatiepolitiek van Asscher heeft in die zin een tegengesteld effect, het vervreemdt de groep die we het hardst nodig hebben in het debat over de pluriforme toekomst van Nederland.

Tegelijk mag van Turkse jongeren die hun stem aan de AK-partij gaven, worden gevraagd om te reflecteren op het feit dat ze over twee paspoorten beschikken. Een stem op Erdogan mag dan deels een weerspiegeling zijn van het ongenoegen over de ontwikkelingen in Nederland, maar om de Turkse bevolking daarvoor te laten boeten met een stem op een partij die het land in ondemocratische richting wil ombuigen, gaat beslist te ver.

Froukje Santing is journalist en was lange tijd correspondent voor onder meer NRC Handelsblad in Turkije. Floris Vermeulen is universitair hoofddocent en voorzitter van de afdeling politicologie aan de Universiteit van Amsterdam. Een ingekorte versie van dit artikel verscheen gisteren in NRC Handelsblad en is in overleg met de auteurs ook op Republiek Allochtonië geplaatst.
Meer artikelen van Froukje Santing op Republiek Allochtonië hier. Meer artikelen van Floris Vermeulen hier.

Volg Republiek Allochtonië op twitter of like ons op facebook.  

 

 

Waardeert u ons vrijwilligerswerk? U kunt het laten blijken door een bijdrage over te maken op rekeningnummer NL12INGB0006026026 ten name van de stichting Allochtonenweblog te Amsterdam. Met een donatie van 5 euro zijn we al blij. Meer mag ook!  

 


Meer over ak-partij, erdogan, floris vermeulen, froukje santing, politiek, turkije, verkiezingen.

Delen: