Stop met het gebruik van het label salafisme

In opinie door Maurits Berger, Ahmed Hamdi, Merel Kahmann  op 14-02-2019 | 07:59

Het wetenschappelijk onderzoek naar salafisme gedurende vijftien jaar is gedomineerd door een veiligheidsvraag: is salafisme een vorm van radicale islam, is het gevaarlijk? De vraag is niet onterecht, maar wel sturend. De onderzoeken laten bovendien zien dat de ‘salafisten’ ook heel divers zijn in de manier waarop zij de islam uitleggen.

In 2004 verzuchtte Tweede Kamerlid Martin Bosma (PVV): „Ik lees allerlei termen: dawa-salafisme, gewoon salafisme, jihadisme, islamisme. Ook ‘jihadi-salafisten’ haal ik uit het [AIVD-]rapport. Ik heb geen flauw idee waarvoor ze staan. Ik hoor graag waar dat allemaal begint en eindigt.”

Het is er sindsdien niet duidelijker op geworden. En inmiddels is salafisme in het publieke en politieke domein geen beschrijvende term meer, maar een beschuldiging. Een salafist is een moslim die zich schuldig maakt aan polariserend of zelfs staatsondermijnend gedrag. Maar wat doet hij dan precies?

Diversiteit

Dinsdag is het rapport Salafisme belicht: vijftien jaar studie naar salafisme in Nederland, dat wij in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken hebben opgesteld, naar de Tweede Kamer gestuurd. Wij hebben tientallen wetenschappelijke proefschriften en rapporten bestudeerd die in de afgelopen vijftien jaar zijn verschenen over salafisme in Nederland. Die laten een gevarieerd beeld zien. Allemaal definiëren ze salafisme als een brede stroming binnen de islam die conservatief of orthodox is, en streeft naar een zuivere islam die zich baseert op een zo letterlijk mogelijke interpretatie van de bronnen.

De onderzoeken laten bovendien zien dat de ‘salafisten’ ook heel divers zijn in de manier waarop zij de islam uitleggen. Sommigen isoleren zich van de seculiere maatschappij, anderen willen daar juist aan deelnemen. Sommigen lezen in de bronteksten dat man en vrouw gescheiden moeten leven, anderen lezen er juist gelijke rechten in.

Zorg

Het salafisme, kortom, is net zo divers als het Nederlands religieus landschap. Vanwaar dan de verwarring? En vooral: vanwaar de zorg?

Dat komt doordat deze groep moslims ruimte opeist voor het in praktijk brengen van hun orthodoxe ideeën in de openbare ruimte, op scholen en op de werkvloer. Dit gebeurt vooral in de stedelijke gebieden, en botst daarom met de seculiere opvattingen die daar heersen.

Daarnaast hebben de gevoelens van zorg en angst te maken met de groep salafisten die zich inlaten met opruiing tegen de rechtsorde, of zelfs oproepen tot deelname aan gewapende jihad. 

Deze zorgen hebben ertoe geleid dat het wetenschappelijk onderzoek naar salafisme gedurende vijftien jaar is gedomineerd door een veiligheidsvraag: is salafisme een vorm van radicale islam, is het gevaarlijk? De vraag is niet onterecht, maar wel sturend. 

Hoewel voortschrijdend onderzoek – ook dat van de AIVD – steeds weer verklaarde dat die radicalisering slechts plaatsvindt bij een zeer kleine, extremistische groep salafisten, kon deze visie geen voet meer tussen de deur krijgen bij de politiek, het publiek en de nieuwsmedia. Salafisme kwam zo gelijk te staan aan radicale islam.

Onderzoek niet alleen in kader veiligheid

Uit het overzicht van vijftien jaar wetenschappelijk onderzoek trekken wij daarom twee conclusies. De eerste is dat de wetenschap zich ervan moet losmaken om onderzoek naar salafisme enkel te bezien in het licht van veiligheid, maar het moet bestuderen tegen de bredere achtergrond van religiebeleving in Nederland.

We zagen immers dat in alle onderzoek ‘salafisme’ wordt gedefinieerd als een conservatieve vorm van religiebeleving. Dat is niet anders dan bij de gemeenschappen van orthodoxe joden en christenen die Nederland al eeuwen kent. De vraag zou dan moeten zijn wat de salafist onderscheidt van de orthodoxe jood of christen. 

Want wat bij salafisten vaak wordt gedefinieerd als radicaal gedrag – afwijzend of onverdraagzaam naar de buitenwereld, weinig tolerant naar andersdenkenden – zien we immers ook terug bij diverse andere orthodoxe gemeenschappen. Zijn de salafisten echt zo anders, of passen zij keurig in het Nederlands religieus landschap?

De andere vraag zou moeten zijn wanneer deze vorm van orthodoxie gevaarlijk of staatsgevaarlijk is. ‘Orthodoxe joden of christenen plegen geen aanslagen’ wordt dan vaak gezegd. Dat klopt. Maar onderzoek wijst uit dat dat ook geldt voor het overgrote deel van orthodoxe moslims. 

Het zou goed zijn als er duidelijk een scheiding wordt aangebracht tussen enerzijds moslims die orthodox zijn en van wie het gedrag volgens velen misschien onwelgevallig is, maar wel is toegestaan in Nederland, en anderzijds de kleine groep extremistische moslims die een concreet gevaar vormen voor de samenleving.

Stop met label salafisme, benoem gedrag

De tweede conclusie is meer een vaststelling, namelijk dat iedereen, inclusief de wetenschappers, hoogst ongelukkig is met de term salafisme. Het is een term geworden die is losgezongen van de werkelijkheid van wat moslims in Nederland doen. Kunnen wij ervanaf? Dat blijkt minder makkelijk dan gedacht. Wetenschappers zitten vast in hun wetenschappelijke methodiek, en de beleidsmakers aan de bureaucratie van hun beleidsjargon.

Er is maar één uitweg: weer gewoon Nederlands praten met elkaar. Geen exotische termen als ‘salafisme’, maar een omschrijving in de Nederlandse taal. We spreken dan van moslims die puriteins of conservatief zijn, die strenge opvattingen hebben over moraal of gedrag, die meer of minder verdraagzaam zijn naar andersdenkenden. En over moslims die zich schuldig maken aan haatdragende uitspraken, belediging of discriminatie, of geweld – gedragingen die omschreven zijn in het Wetboek van Strafrecht. 

Op deze manier brengen we de discussie over wat we wel en niet willen in Nederland weer terug naar het concrete gedrag van mensen, in plaats van te blijven steggelen over het label dat we erop plakken.

Dit artikel van Maurits Berger, Ahmed Hamdi en Merel Kahmann verscheen eerder in het NRC en is in overleg met de auteurs ook op Republiek Allochtonië geplaatst. 

Veel meer artikelen over salafisme

Wilt u dat Republiek Allochtonië blijft bestaan? Waardeert u ons vrijwilligerswerk? We kunnen uw steun goed gebruiken. U kunt Republiek Allochtonië steunen en een klein (of groot) bedrag doneren (nu ook via I-deal)


Neem een abonnement op onze dagelijkse nieuwsbrief: Subscribe to Republiek Allochtonië by Email

 


Meer over salafisme.

Delen: