Vrouwenhaat en vluchtelingen

In opinie door Enis Odaci op 20-01-2016 | 07:00

Tekst: Enis Odaci en Arnold Yasin Mol

Brenda Stoter is sociologe en reist door het Midden-Oosten om te schrijven over vrouwen, kinderen en huiselijk geweld. Haar taxichauffeur in Jordanië is een beschonken iemand die Stoter vertelt dat zij de helft van zijn mannelijke verstand bezit, omdat het in de Koran staat. Stoter concludeert: “Zijn woorden zeggen zoveel over de positie van vrouwen in de Arabische wereld.” Stoter geeft haar chauffeur overigens een fictieve naam mee, namelijk, Mohammed. Tja, toeval natuurlijk.

Relatie

Deze scène staat beschreven in Trouw van 16 januari jl. en vormt het begin van een beschouwing op de vrouwenrechten in het Midden-Oosten. Tenminste, dat denken we, gezien de ontmoeting met de patriarchale taxichauffeur. De kop van Stoters essay luidt echter: De vrouwenhaat vlucht mee. Zegt Stoter dat er een link is tussen de achtergestelde positie, háát zelfs, van vrouwen in islamitische regio’s en de stroom vluchtelingen richting Europa? Wordt er haat geïmporteerd? Het is de opmaat tot een reeks bijzondere verbanden. Net zo min Stoter een logische relatie heeft met de taxichauffeur, net zo min heeft vrouwenhaat in essentie een logische relatie met vluchtelingen.

Naar aanleiding van de gebeurtenissen in Keulen moest Stoter weer denken aan de woorden van haar beschonken taxichauffeur, die bevestigt dat de vrouw een ondergeschikte positie heeft in de Arabische wereld (en die is best groot). “Natuurlijk zijn er onderlinge verschillen, (…), maar over het algemeen is de regio conservatief.” Dat conservatieve willen we wel geloven, zeker omdat Brenda veel van die Arabische wereld gezien heeft. Dan voert ze de bekende Egyptische feministe Mona Eltahawy op, die oproept tot een seksuele revolutie. We kunnen met Eltahawy sympathiseren, het is namelijk geen ongevaarlijke strijd die zij voert. Meisjes moeten maar al te vaak zuiver (i.c. maagd) zijn en mannen hoeven dat niet. Dat is onrechtvaardig.

Theologie

Dan gaat het mis in Stoters essay. Ze schrijft dat de “obsessie met zuiverheid” bij zowel christenen als moslims in de regio tot vrouwenbesnijdenis leidt. In het geval van christenen is dat gebaseerd op cultuur. In het geval van moslims is dat gebaseerd op het geloof, want het staat in “een hadith” (een overlevering toegeschreven aan profeet Mohammed, dus niet de taxichauffeur). Vooruit, waar staat deze uitspraak van Mohammed? Die bron krijgen we niet. Het is waar dat klassieke islamitische rechtscholen dit bespraken, maar ook hoe het deze culturele praktijk moest beoordelen. De twee grootste scholen lieten het toe, anderen prezen het aan, maar zolang er geen schade werd aangebracht aan de seksuele integriteit van de vrouw. Moderne rechtsgeleerden zijn in de overgrote meerderheid erop tegen, zoals de grootmoefti van Egypte Ali Gomaa. Deze oordeelt onomwonden, in een formele fatwa, dat vrouwenbesnijdenis binnen de islam afgekeurd dient te worden en ook nog eens als strafbaar feit gezien moet worden.

Dan gaat Stoter zelf op de stoel van islamitische rechtsgeleerden zitten en stelt ze:

“In het islamitische recht wordt de vrouw consequent als een halve man gedefinieerd, zoals mijn chauffeur in Jordanië al liet doorschemeren. De profeet Mohammed zei tegen vrouwen dat ‘zij de meerderheid van de bewoners van de hel zijn’. Toen zij vroegen waarom, zei hij dit: “Jullie vloeken vaak en zijn jullie echtgenoten ondankbaar. Ik heb niemand gezien die meer tekortschiet in verstand en religie dan jullie.” (Sahih Bukhari 1:6:301)”

Gelukkig citeert ze nu een bron. Het probleem met een sociologe, die zich onvoorbereid op islamitische jurisprudentie baseert, is dat deze voorspelbare fouten maakt. Ten eerste, het citaat klopt niet. Er worden twee hadith gemixt. Noteringen als “1:6:301” is een niet bestaande verwijzing voor een Hadith uit de Bukhari collectie, want die hebben een vaste nummering. Stoter heeft een Google- of online vertaling gebruikt.

Ook Is er geen rechte lijn tussen deze hadith en islamitisch recht, en zeker niet tussen een hadith en de gedragingen van moslims. Dat nu is cultuur, die inderdaad nog op te veel fronten patriarchaal is.

Op de derde plaats zijn er rechtsgeleerden in de klassieke en moderne islam, die precies het tegenovergestelde beweren. Namelijk, dat vrouwen niet-patriarchaal behandeld moeten worden en dat de hel helemaal niet dominant bevolkt is door vrouwen. Hoe gaat Stoter met deze teksten om? Of passen deze niet in het plaatje? Ook moderne geleerden, zelfs salafistische feministen, houden er andere meningen op na.

Ten vierde halen moslims in het Westen vooral de anti-patriarchale claims uit islamitische bronnen naar boven. Deze islambeleving staat haaks op Stoters bewering dat religie en gedrag (negatief) met elkaar verbonden zijn. Stoter zou als wetenschapper vooral de vraag moeten verkennen waarom alternatieve interpretaties in het Midden-Oosten genegeerd worden.

Vluchtelingen

Dit gesteld hebbende, legt Stoter een onnavolgbare link met het vluchtelingenvraagstuk. De titel van haar betoog luidt: De vrouwenhaat vlucht mee. Ze heeft het over mannen, mannen die vrouwen haten, vluchtende mannen die vluchtende vrouwen haten. Stoter probeert in diverse korte zinnen en bijzinnen de nuance in haar betoog te brengen, maar deze passage laat anders zien:

“Ik krijg vaak de vraag hoe ik mijn verblijf in het Midden-Oosten ervaar. Ik kan nu alles wat ik net gezegd heb kapot nuanceren, vertellen dat ik nog nooit zo gastvrij ontvangen ben als daar. Dat ik nog nooit aangerand ben. Dat de meeste Arabische en Noord-Afrikaanse mannen helemaal niet gewelddadig of crimineel zijn, ik heb het tenminste niet gemerkt.”

Vluchtelingen zijn op de eerste plaats vluchtelingen. Deze mensen worden gebombardeerd door nationale en internationale troepen en Nederland doet ook mee. Huis en haard gaan verloren, er is geen hoop op een snelle terugkeer naar het moederland. De keuze gaat vaak over leven of sterven, onderdrukking of vrijheid, en daarom maken deze mensen gebruik van hun internationale recht op bescherming. Eerst worden ze regionaal opgevangen en als de regionale opvang geen perspectief meer biedt, trekken ze verder, richting Europa.

Dat ze in het land van aankomst te maken krijgen met een andere cultuur, met angsten en met onzekerheden bij de nationale bevolking, mag geen verrassing heten. De vluchtelingen moeten dus zo snel mogelijk kennismaken met de nieuwe wereld waarin ze verblijven. En de rotte appels, de vrouwenháters? Dat zijn dan geen vluchtelingen meer, maar overtreders van de wet. Als deze mensen iets importeren dat ons niet bevalt, hebben we een wetgeving, die ons voldoende instrumenten geeft om tot actie over te gaan. Niet ‘een hadith’, niet een homogeen geschetste ‘cultuur’ duizenden kilometers elders. Zitten er verschrikkelijke mannen tussen? Honderd procent zeker. Maar wel graag guilty by crime, not by association.

Plank mis

Stoter slaat in haar artikel in Trouw op het punt van cultuur en religie de plank methodologisch en inhoudelijk behoorlijk mis. We mogen van haar, als sociologe, verwachten dat zij het overzicht heeft om na te denken waarom een bepaalde vorm van patriarchale islam, patriarchale religie in het algemeen, dominant blijft in een regio. Dat is een vraag waar feministen, beleidsmakers, gelovigen, theologen en vele anderen wat mee kunnen. ‘De islam’ of ‘de islamitische cultuur’ als verklaring gebruiken voor de essentialistische claim dat de Arabier een billenknijper is, en dat ook nog eens koppelen aan mannelijke vluchtelingen, is dat niet. Het is ongeïnformeerde opinie.  

Meer info?

Enis Odaci is voorzitter van Stichting Humanislam, denktank voor islamitisch humanisme waarop dit artikel ook is verschenen. Arnold Yasin Mol is student islamologie Universiteit in Leiden en verbonden aan het FAHMinstituut.

Foto: Enis Odaci

Meer over seksueel geweld en seksisme hier


Volg Republiek Allochtonië op twitter of like ons op facebook.  

Waardeert u ons vrijwilligerswerk? U kunt het laten blijken door een bijdrage over te maken op rekeningnummer NL12INGB0006026026 ten name van de stichting Allochtonenweblog te Amsterdam. Met een donatie van 5 euro zijn we al blij. Meer mag ook!  


 

 

 


Meer over arnold yasin mol, brenda stoter, enis odaci, seksisme, seksueel geweld, vrouwenhaat.

Delen:

Reacties


Jan Donker - 21/01/2016 20:36

Wat een luchtfietserij allemaal.
Ik heb nog nooit een Allah gezien, laat staan dat ik op hem gestemd zou hebben.
En nu moet een islamitische rechtbank gaan bepalen of het gerechtvaardigd is dat iemand een stuk van mij afsnijdt ?
Ik zou me bij een echte rechtbank beroepen op het recht dat ik als mens, waar ook ter wereld, heb.

Wim Heitinga - 20/01/2016 16:53

Zodra moslims waar ook ter wereld rottigheid uithalen, staan er altijd direct andere moslims klaar om te vertellen dat wat ook de reden is van die rottigheid, het nooit de islam zelf is. Het geloof moet er ten koste van alles altijd buiten blijven. Ook in dit stuk proberen de schrijvers dit te doen, maar als zelfs de eerste de beste dronken Jordaanse taxichauffeur al weet te vertellen dat een vrouw de helft waard is van een man omdat dat in de Koran staat, is het niet meer vol te houden dat bij de verschrikkelijke behandeling van vrouwen in de openbare ruimte in moslimlanden, de religie geen enkele rol speelt.
In onderstaand filmpje legt islamkenner David Wood aan de hand van citaten uit de islamitisch bronnen uit wat islam voor vrouwen betekent. Niet alleen de opmerking van de taxichauffeur komt aan bod maar ook de Hadith die Stoters aanhaalt. De teksten spreken voor zich, wat rechtsgeleerden er ook van mogen vinden.

De eerste zin uit het stuk van Stoters is:

“Je kunt het Midden-Oosten niet naar Europa halen zonder de vrouwenhaat en het seksueel geweld erbij te importeren.”

Hier is geen speld tussen te krijgen. De slachtoffers van Keulen en al die andere steden kunnen er over meepraten.

https://www.youtube.com/watch?v=aXU9kkSySoA